90 Bestuurdersplaats
●Als er een storing is in het remsysteem.
In het display van het instrumentenpaneel verschijnt de volgende mel-
ding1): STORING REMMEN INSTRUCTIEBOEKJE.
Dit controlelampje kan ook samen branden met het ABS-controlelampje.
ATTENTIE
●Voordat u de motorkap opent, eerst de waarschuwingen lezen en deze
opvolgen ⇒ pagina 230.
●Als het remcontrolelampje niet uitgaat of tijdens het rijden oplicht, is
het remvloeistofpeil ⇒ pagina 243, Remvloeistof te laag - gevaar voor
ongelukken! Stoppen, niet verder rijden. Roep de hulp in van een vak-
man.
●Als het remcontrolelampje samen met het ABS-controlelampje
oplicht, kan de oorzaak ook een storing in de werking van het ABS zijn.
Hierdoor kunnen de achterwielen relatief snel blokkeren als er wordt ge-
remd. Dit kan onder omstandigheden ertoe leiden dat de achterkant van
de wagen uitbreekt - slipgevaar! De motor uitzetten en de hulp van een
garage inroepen.
Handrem
Dit controlelampje gaat branden zodra de handrem wordt
bediend.
Als met aangetrokken handrem sneller dan 6 km/u wordt gereden, ver-
schijnt op het display van het instrumentenpaneel de volgende informatie-
tekst1): HANDREM AANGETROKKEN. Tevens klinkt er een waarschuwingssig-
naal ⇒ pagina 181.
Defecte gloeilamp*
Het controlelampje gaat branden wanneer een gloeilamp in
de buitenverlichting van de wagen defect is.
Het controlelampje gaat branden, wanneer een gloeilampje in de buiten-
verlichting van de wagen (bijv. grootlicht links) defect is.
In het display van het instrumentenpaneel verschijnt de volgende mel-
ding1): GROOTLICHT LINKS DEFECT.
Motoroliedruk
Als het controlelampje rood gaat branden, betekent dat dat
de motoroliedruk te laag is.
Als het symbool knippert en er klinken tegelijkertijd drie waarschuwingssig-
nalen, de motor afzetten en het oliepeil controleren. Zo nodig olie bijvullen
⇒ pagina 233.
In het display van het instrumentenpaneel verschijnt de volgende mel-
ding1): MOTOR UITZETTEN OLIEDRUK INSTRUCTIEBOEKJE.
Als het symbool knippert, hoewel het oliepeil in orde is, niet verder rijden.
De motor mag ook niet stationair draaien. Roep de hulp in van een vakman.
Oliepeil controleren
Als het controlelampje geel gaat branden, moet het motoroliepeil zo
snel mogelijk worden gecontroleerd. Vul de motorolie ⇒ pagina 236 bij de
eerstvolgende gelegenheid bij.
1) Afhankelijk van de uitvoering van het model.