10
Banden
Voor het verwijderen van de buitenband laat u eerst alle lucht uit de binnenband.
Schuif een bandenlichter tussen de buitenband en de velg en duw de bandenlichter
langzaam en voorzichtig naar onder. Daardoor wordt de buitenband over de velgrand
getrokken. Wanneer u dan met de bandenlichter langs de rand van de velg gaat, springt
de buitenband uit de velg. De buitenband en de binnenband kunnen nu gemakkelijk van de
velg worden genomen.
Voor u een nieuwe band monteert, dient u rekening te houden met het volgende:
Controleer de velg en de binnenkant van de band op vreemde voorwerpen en reinig indien
nodig. Controleer de toestand van de velg, vooral in de buurt van de ventielopening.
Voor de montage legt u de binnenband zonder lucht rond de velg. Let erop dat het ventiel
door de ventielopening van de velg steekt. Neem de buitenband en druk deze, beginnend
achter het ventiel, over de velgrand. Pomp de binnenband lichtjes op tot hij een ronde vorm
aanneemt en leg deze in de band. Wanneer de binnenband in de buitenband ligt, dan
monteert u de bovenkant van de band,te beginnen tegenover het ventiel. Controleer rondom
en aan beide zijden of de binnenband niet tussen de bandhiel en velg is geklemd. Schuif het
ventiel lichtjes terug en trek het weer uit zodat de band goed is gepositioneerd in de buurt
van het ventiel.
Om de band correct op te pompen, pompt u eerst lucht tot de band nog goed met de duim kan
worden ingedrukt. Wanneer de controlelijn aan weerszijden van de band dezelfde afstand tot
de velgrand aangeeft, is de band correct gecentreerd. Wanneer dit niet het geval is, dient
u de lucht weer of te laten en de band opnieuw uit te lijnen. Pomp de band nu op tot de
maximale voor geschreven druk, welke aangegeven staat op de buitenband en draai de kap
op het ventiel.