105
Bakken in de grote en kleine oven
Bakken in een bakvorm
❑ Plaats de bakvorm altijd op het
midden van het rooster.
Boven- en onderwarmte:
t
❑ Donkere bakvormen van metaal zijn het
meest geschikt.
❑ Door het rooster om te keren, kunt u de
inschuifhoogte variëren (tussenhoogten).
❑ Indien het gebak aan de onderkant te
donker wordt:
Controleer de inschuifhoogte. Maak de
baktijd korter en kies eventueel een
lagere temperatuur.
❑ Indien het gebak aan de onderkant te
licht wordt:
Controleer de inschuifhoogte. Maak de
baktijd langer en kies een lagere
temperatuur of gebruik een zwarte
bakvorm.
Hete lucht:
‰
❑ U kunt bakvormen van allerlei materialen
en kleuren gebruiken, indien deze
hittebestendig zijn.
❑ Plaats een bakvorm of hoog gebak niet
vlak voor het beschermrooster op de
achterwand van de oven.
Bakken op een bakblik:
❑ De schuine zijde van het bakblik moet
altijd naar de ovendeur wijzen.
❑ Schuif het bakblik altijd volledig naar
achteren.
Aanwijzingen:
❑ U kunt de bruinheid van het gebak
beïnvloeden door de temperatuur-
instelling te veranderen.
❑ Indien gebak inzakt nadat u het uit de
oven heeft genomen, dient u de
volgende keer minder vloeistof te ge-
bruiken. Kies eventueel een langere bak-
tijd of stel de temperatuur iets lager in.