5
Opstellen en aansluiten
Houd u aan het speciale installatievoorschrift.
Het toestel is aansluitklaar en mag alleen worden aangesloten
op een volgens de voorschriften geïnstalleerd geaard
stopcontact. De beveiliging dient 16 ampère (L of Bautomaat)
te bedragen. De netspanning dient overeen te komen met de
spanning die op het typeplaatje is aangegeven.
Het stopcontact mag alleen worden aangelegd en de
aansluitleiding alleen worden vervangen door een
elektrotechnicus. Wanneer de stekker na het inbouwen niet
meer toegankelijk is, moet een schakelaar met een
contactafstand van minstens 3 mm worden geïnstalleerd.
U mag geen multistekkers, stopcontactdozen en verlengkabels
gebruiken. Bij overbelasting bestaat het risico van brand.
Uw nieuwe apparaat
Hier leert u uw nieuwe apparaat kennen. We leggen u de
werking van het bedieningspaneel en de afzonderlijke
bedieningselementen uit. U krijgt informatie over de
binnenruimte en de toebehoren.
Het bedieningspaneel
Toetsen en indicatie
Met de toetsen stelt u de verschillende extra functies in. Op het
display kunt u de ingestelde waarden aflezen.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode in.
Aanwijzingen
■ Wanneer u instelt, brandt het indicatielampje boven de
functiekeuzeknop.
■ Na het indrukken van de toets † gaat de ovenlamp in de
binnenruimte aan.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop stelt u de temperatuur of de
grillstand in.
Symbool Functie van de toets
0
Menu Tijdfuncties openen en sluiten
A Min
Instelwaarden verlagen
@ Plus
Instelwaarden verhogen
h
Gewicht kiezen
h
Snelvoorverwarming of kinderslot kiezen
†
kort indrukken: werking starten/onderbreken
lang indrukken: werking afbreken
90 Magnetronvermogen 90 watt kiezen
180 Magnetronvermogen 180watt kiezen
360 Magnetronvermogen 360 watt kiezen
600 Magnetronvermogen 600 watt kiezen
900 Magnetronvermogen 900 watt kiezen
Stand Gebruik
0 Nulstand De oven is uitgeschakeld.
ß
Magnetron Magnetronfunctie kiezen.
3
Hete lucht Voor het bakken van cakes in vor-
men, biscuit en kwarktaart en
cake, pizza en klein gebak op de
bakplaat.
4
Circulatiegrill Gevogelte wordt knapperig bruin.
Ovenschotels en gegrilde gerech-
ten lukken u hiermee het best.
0
Pizzastand Voor kant-en-klare diepvriesproduc-
ten en voor gerechten die veel
warmte van onderen nodig hebben.
(
Grill Kies tussen de standen sterk,
gemiddeld of zwak. U kunt meer-
dere steaks, worstjes, vissen of
sneetjes brood grillen.
X
Programma's 4 ontdooiprogramma's
11 bereidingsprogramma's
Verwarmingsmethode en tijdsduur
zijn afhankelijk van het gewicht
vastgelegd.
Stand Betekenis
Ú
Nulstand De oven warmt niet op.
50, 100-230 Temperatuur-
bereik
De temperatuur in de binnen-
ruimte in °C.
û, ûû, ûûû
Grillstanden
û = stand 1, zwak
ûû = stand 2, gemiddeld
ûûû = stand 3, sterk
Stand Gebruik