9
Het voorbeeld in de afbeelding: programma 2 met 1 kilogram
gewicht.
1. De functiekeuzeknop op automatische programma's
X
zetten.
Op het display verschijnt het eerste programmanummer.
2. Met de toets
@ of A het programmanummer kiezen.
3. De toets h indrukken. Op het display verschijnt als voorstel
voor het gewicht 0,50 kilogram.
4. Met de toets
@ ofA het gewicht instellen.
5. De toets † indrukken. Het programma start. De tijdsduur
loopt zichtbaar af en de symbolen
N en x verschijnen.
Het programma is beëindigd
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het
display staat 00:00. De functiekeuzeknop naar de nulstand
draaien. De oven is uitgeschakeld. U kunt het geluidssignaal
voortijdig met de toets
0 wissen.
Programma wijzigen
Na de start kunnen het programmanummer en het gewicht niet
veranderd worden.
Programma afbreken
De functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De oven is
uitgeschakeld.
Tijdsduur en eindtijd wijzigen
Bij de automatische programma's kunt u de tijdsduur en
eindtijd niet veranderen.
Ontdooiprogramma's
Met de 4 ontdooiprogramma's kunt u vlees, gevogelte en
brood ontdooien.
Aanwijzingen
■ Levensmiddelen voorbereiden
Gebruik levensmiddelen die zo plat mogelijk zijn en per portie
bij -18 °C zijn ingevroren en opgeslagen.
Neem het te ontdooien product altijd uit de verpakking en
weeg het. U heeft het gewicht nodig om het programma in te
stellen.
■ Bij het ontdooien van vlees en gevogelte ontstaat vloeistof.
Dit tijdens het keren verwijderen en in geen geval verder
gebruiken of met andere levensmiddelen in aanraking laten
komen.
■ Vormen
Leg de levensmiddelen op een platte vorm die geschikt is
voor de magnetron, bijv. een schaal of bord van glas of
porselein en doe er geen deksel op.
■ Bij het ontdooien van kip en stukken kip (P03) klinkt
tweemaal het signaal om te keren.
■ Rusttijd
Laat het ontdooide product nog 10 tot 30 minuten rusten,
voor een gelijkmatige temperatuurverdeling. Grote stukken
vlees hebben een langere rusttijd nodig dan kleine. Platte
stukken en gehakt dient u voor de rusttijd uit elkaar te halen.
Hierna kunt u de levensmiddelen verder verwerken, ook
wanneer dikke vleesstukken van binnen eventueel nog
bevroren zijn. Bij gevogelte kunt u nu de ingewanden
verwijderen.
Bereidingsprogramma's
Met de 3 bereidingsprogramma's kunt u rijst, aardappels of
groente garen.
Aanwijzingen
■ Levensmiddelen voorbereiden
Weeg het product. U heeft het gewicht nodig om het
programma in te stellen.
■ Vormen
Maak de levensmiddelen altijd klaar in een voor de
magnetron geschikte vorm met deksel. Voor rijst dient u een
grote, hoge vorm te gebruiken. Plaats de vorm op het lage
rooster.
Rijst (P05)
Aanwijzing: Gebruik geen rijst in kookbuideltjes. Rijst schuimt
sterk bij de bereiding. Stel het brutogewicht (zonder vloeistof)
in. Twee tot tweeënhalf keer zoveel vloeistof bij de rijst doen.
Aardappels (P06)
Aanwijzing: Gekookte aardappels:
snijd deze in stukken van gelijke grootte. Per 100 g aardappels
1 eetlepel water en wat zout toevoegen.
Programma-nr. Gewichtsbereik in kg
Ontdooien
P 01 Gehakt 0,20 - 1,00
P 02 Vleesstukken 0,20 - 1,00
P 03 Kip, stukken kip 0,40 - 1,80
P 04 Brood 0,20 - 1,00