nl
98
Superkoelen
Tijdens het superkoelen wordt
de koelruimte ca. 6 uur zo koud mogelijk
gekoeld. Hierna wordt automatisch
omgeschakeld naar de vóór het
superkoelen ingestelde temperatuur.
Het superkoelsysteem inschakelen bijv.
■ vóór het inladen van grote
hoeveelheden levensmiddelen.
■ om dranken snel te koelen.
In- en uitschakelen
Afb. 2
Super-toets koelruimte 5 indrukken.
De toets brandt als
het superkoelsysteem is ingeschakeld.
Aanwijzing
Als het superkoelsysteem is
ingeschakeld
kunnen de bedrijfsgeluiden toenemen.
De verskoelruimte
De temperatuur in de verskoelruimte
wordt rond de 0 °C gehouden. De lage
temperatuur en de optimale
luchtvochtigheid maken ideale
omstandigheden mogelijk voor het
bewaren van verse levensmiddelen.
In de verskoelruimte kunnen
levensmiddelen tot drie keer langer vers
worden gehouden dan in de normale
koelzone – voor nog langere versheid en
behoud van voedingsstoffen en smaak.
Verskoellade
Afb. 1/20
In de verskoellade heerst een
temperatuur van ongeveer 0 °C en een
luchtvochtigheid van circa 50 %.
Dit bewaarklimaat is ideaal voor het
bewaren van vis, vlees, worst, kaas en
melk.
Vochtlade
Afb. 1/22
De vochtlade wordt afgedekt door een
speciaal filter dat de luchtvochtigheid
in de lade optimaal houdt. Daardoor
heerst er in de vochtlade, afhankelijk van
de vulling, een luchtvochtigheid tot 95 %.
Dit bewaarklimaat is ideaal voor vers
fruit, sla, groente, kruiden
of paddenstoelen.
Aanwijzingen
■ Koudegevoelig fruit (bijv. ananas,
bananen, papaja en citrusvruchten) en
groente (bijv. aubergines,
komkommers, courgettes, paprika,
tomaten en aardappels) dienen voor
een optimaal behoud van kwaliteit en
aroma buiten de koelkast bewaard te
worden op een temperatuur van circa
+8 °C tot +12 °C.
■ Afhankelijk van de hoeveelheid en het
soort bewaarde levensmiddelen kan
zich condenswater vormen in de
vochtlade. Condenswater verwijderen
met een droge doek.