ۋ Als de flitser volledig is opgeladen zal het flitssymbool in de zoeker zichtbaar zijn. Indien de ontspanknop van
de camera wordt ingedrukt voordat de flitser volledig is opgeladen, zal de flitser niet functioneren en zal de
camera een langzame sluitertijd kiezen.
ۋ Als de flitsafstand korter is dan 0,5 meter zal de afstandsschaal op het LCD display knipperen.
Het gebruik van de flitser bij diverse camera instellingen
Sluitertijd voorkeuze
Als u de gewenste sluitertijd heeft ingesteld zal de camera de juiste diafragmawaarde instellen. U kunt geen
sluitertijd kiezen die sneller is dan de flitssynchronisatie.
ۋ De invulflits methode wordt gebruikt als u voor deze instelling heeft gekozen. Bij camera’s uit de i serie zal de
Auto Flash methode worden gebruikt ook al wordt op het LCD display het symbool (invulflits) getoond.
Diafragma voorkeuze
Als u de gewenste diafragmawaarde hebt ingesteld zal de camera de juiste sluitertijd kiezen om de achtergrond
goed te belichten. Met deze instelling zal de invulflits methode worden gebruikt.
Handmatige (M) instelling
U kunt de gewenste sluitertijd en diafragmawaarde instellen. De sluitertijd is instelbaar van de maximale
flitssynchronisatietijd tot “Bulb”.
ۋ Met deze instelling zal de invulflits methode worden gebruikt indien u de belichting instelt volgens de indicatie
van de belichtingsmeter, zal de camera kiezen voor daglicht- of langzame synchronisatie.
Maximale prestaties bij continu fotograferen.
Om oververhitting te voorkomen dient u uw flitser tenminste 10 minuten niet te gebruiken na het aantal flitsen in
de onderstaande tabel:
Handmatige flitsinstelling
Als de opname moeilijk correct te belichten is met de TTL instelling, is het aan
te bevelen om de flitser handmatig in te stellen. Met de handmatige instelling is
het mogelijk om de flitsintensiteit in te stellen van 1/1 (volledig) tot 1/64.
1. Stel de belichting van de camera in op de
M
mode
2. Druk op de MODE toets om M(anual) te selecteren
3. Het richtgetal knippert wanneer u op de SEL toets drukt.
4. Druk op de + of - toets om de gewenste flitsintensiteit in te stellen.
5.
Als u nogmaals op de SEL toets drukt, zal de ingestelde flitsintensiteit stoppen met knipperen en zichtbaar blijven.
6. Stel scherp door de ontspanknop van de camera half in te drukken. Lees de afstand af van de scherpstelring.
Regel daarna de diafragmawaarde of de lichtintensiteit zo af dat de afstand ongeveer gelijk wordt aangegeven
op het LCD display van de flitser.
7. Na het oplichten van het OK lampje, is de camera klaar voor opname.
ۋ Met behulp van onderstaande formule is het mogelijk de correcte belichting te berekenen:
Richtgetal : Afstand tot het onderwerp = Diafragma opening
De flitser berekent de juiste instelling eveneens met deze formule (zie de tabel 1 op de vorige pagina)
HIGH SPEED SYNC (FP) flits (HSS)
Indien u een gewone flitser gebruikt kunt u geen snellere sluitertijd gebruiken dan flitssynchronisatietijd van de camera
omdat de flitser moet af gaan op het moment dat de sluitergordijnen volledig zijn geopend. De FP Flits blijft continu
flitsen wanneer de sluitergordijnen aflopen. Hierdoor kunt u een snellere sluitertijd kiezen dan de flitssynchronisatietijd.
ۋ Deze methode kan niet worden gebruikt op camera’s van het type
Maxuum ST Si / QT Si / 400Si / 500Si / 300Si / Dynax 404Si / 303Si /
500Si / 500SiSuper / 300Si / séries i / séries Vectis.
1.
Selecteer de gewenste belichtingsmethode op de camera (Tv of M mode)
2. Druk op de + of – toetsen tot dat FP zichtbaar is op het LCD display.
3. Zet de flitser aan
4.
Als het OK lampje van de flitser brand kan de opname worden gemaakt.