Handleiding SMC 7908 VoWBRA
3. CONFIGUREREN VAN DE COMPUTER
Uw computer moet kunnen communiceren met de router. Het kan zijn, dat uw computer standaard zo
staat ingesteld, dat dit direct werkt. Is dat niet het geval, dan moet u de computer hiervoor
configureren. Dit hoofdstuk beschrijft de nodige handelingen voor computers die draaien op Windows
95, 98, ME, 2000 en XP of Apple Macintosh computers.
Schuingedrukte blokken tekst geven extra achtergrondinformatie. Desgewenst kunt u deze
overslaan.
Computers die in een netwerk worden geplaatst, herkennen elkaar aan een nummer. Dit
nummer wordt ook wel IP-nummer genoemd. Het huidige systeem (IP versie 4) bestaat uit 4
maal 3 cijfers tussen 0 en 255. Bijvoorbeeld: 192.168.1.25 of 212.45.33.3
Elke computer op internet of op een kantoor- of thuisnetwerk moet zo’n nummer hebben.
Voor thuisgebruik en op kantoor zijn bepaalde series nummers gereserveerd. Deze
zogenaamde “private IP’s” beginnen meestal met 192.168 of met een 10, soms met 172.
Voor het internet zelf wordt de rest van de mogelijkheden gebruikt. Deze nummers
(bijvoorbeeld beginnend met 212 of 213, mogen (tenzij met toestemming van de provider)
NIET op een thuis- of kantoornetwerk worden gebruikt).
Computers (en ook de router is een soort computer) kunnen elkaar alleen maar “zien”
wanneer ze een nummer hebben dat in dezelfde serie zit als de andere computer.
Wanneer uw computer dus bijvoorbeeld nummer 10.0.0.40 heeft en de router 192.168.1.1,
dan zullen ze elkaar niet zien, ook al zijn ze met een kabeltje aan elkaar verbonden. Het
ethernet lampje op de router zal dan overigens gewoon branden. Ook het zogenaamde
subnetmasker moet aan beide zijden gelijk zijn. Dit is meestal 255.255.255.0
Routers hebben een speciale functie: zij zijn in staat om netwerken met geheel verschillende
IP nummers aan elkaar te koppelen. Straks, na de configuratie, zal uw router uw netwerk of
computer kunnen koppelen aan het grote ‘netwerk van netwerken’ dat internet heet.
De router die u zodadelijk gaat configureren, heeft aan de kant van uw netwerk (de 4 poortjes
achterop de router) een ingeprogrammeerd IP-nummer, namelijk 192.168.2.1
Dat betekent dat de computer die u er aan verbindt ook een IP-nummer moet hebben dat in
deze orde zit, maar dat nummer mag niet gelijk zijn aan 192.168.2.1.
Wanneer u straks online bent, krijgt uw router een tweede IP-nummer, aan de kant van de
ADSL-lijn. Dit is geen nummer uit de ‘private’ serie, maar een ‘echt’ internet IP-nummer.
De router gaat er dan voor zorgen dat er dataverkeer vanaf uw netwerk, naar het internet en
vice-versa gaat lopen. Maar zover zijn we nog niet…
Het eerste wat moet gebeuren is: controleren of de computer waarmee u werkt een IP-nummer heeft
waarmee de router kan worden bereikt. Vaak zijn PC’s zo ingesteld dat ze vanzelf een IP-nummer
vragen aan een router. Maar het kan ook zijn dat dit bij u anders is.
We gaan dit dus eerst uitzoeken:
Open een browser. Klik op de ‘STOP’ knop bovenaan. Zorg er voor dat u GEEN proxyserver hebt
ingesteld. In Explorer vindt u deze optie via Extra > Internetopties, tabblad Verbindingen. De proxy-
instelling kan zitten onder de knop LAN-instellingen of onder de instellingen van het inbelaccount (u
kunt het vinkje hier weghalen). Vergeet niet om deze instelling later weer terug te zetten als u
toch van de proxyserver gebruik wilt of moet maken!
Nu u toch hier bent: zorg dat op dit scherm een stip staat voor de optie ‘Nooit een verbinding kiezen’.
Als u dit niet doet, blijft de PC na de installatie mogelijk gebruik maken van uw inbelverbinding en niet
van de ADSL-lijn…! Heeft u dit gedaan, typ dan in de adresbalk: http://192.168.2.1
Er zijn twee mogelijke reacties:
- Er komt een scherm waarin om een wachtwoord wordt gevraagd (dit luidt: smcadmin).
Uw computer heeft contact met de router!
U kunt nu de volgende paragraaf overslaan en verder gaan met het hoofdstuk ‘Basis
configuratie van de router’ of de 123 Installatiegids.
- Er wordt geen scherm getoond waar om een wachtwoord wordt gevraagd. Uw computer ziet
de router niet. We gaan op zoek naar de oorzaak: