34
NEDERLANDS
NL NL
SYMBOLEN
De volgende symbolen staan op de machine om u
eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplet-
tendheid bij gebruik vereist zijn.
De symbolen betekenen:
Waarschuwing! Lees vóór gebruik van
de machine eerst het instructieboek en
de veiligheidsvoorschriften.
Waarschuwing! Houd omstanders op
afstand. Pas op voor het uitwerpen van
voorwerpen.
Waarschuwing! Vóór het verrichten van
reparaties eerst de stekker uit het con-
tact nemen.
Waarschuwing! Houd het verlengsnoer
uit de buurt van het maaisystem.
Waarschuwing! Steek uw hand of voet
niet onder de kap als de machine loopt.
Waarschuwing! Het mes draait nog
even door nadat de machine is uitgezet.
MONTERING
ONDERDELEN DIE GEMONTEERD MOETEN
WORDEN
Wielen type I (fig. 1)
Wielen type II (fig. 2)
Stuur type I (fig. 3)
Stuur type II (fig. 4)
Stuur type III (fig. 5)
GEREEDSCHAP OM MEE TE MONTEREN
WIELEN type I (fig. 6)
1. Druk de lagers F in het wiel.
2. Bevestig de onderdelen B, (F) en A op de wiel-
bout.
3. Schroef het wiel vast.
WIELEN type II (fig. 7)
1. Druk de lagers F in het wiel.
2. Bevestig de onderdelen B, G, E, (F) en A op de
wielbout.
3. Schroef het wiel vast.
STUUR type I (fig. 8)
1. Duw de stuurbuis in het bovenste gedeelte van
het stuur.
2. Monteer de schroeven. Haal goed aan.
3. Duw de stuurboog in de gaten in het chassis.
4. Monter de schroeven. Haal goed aan.
5. Monteer het stuur op de stuurboog met behulp
van de schroeven, plaatjes en borgwieltjcs.
Door de borgwieltjcs een stukje uit te draaien
kan het bovenste deel van het stuur naar voren
worden geklapt. De maaier neemt dan minder
plaats in, bijv.. bij transport.
6. Bevestig de elektrische kabel in de kabelhou-
ders.
7. Zet de elektrische kabel vast met een bevesti-
gingsband.
STUUR type II (fig. 9)
1. Druk de pluggen in de stuurbevestigingen. Let
erop dat de pluggen in het juiste einde worden
gezet.
2. Druk de stuurbevestigingen in de gaten in het
chassis.
3. Monter de schroeven. Haal goed aan.
4. Monteer het stuur op de stuurbevestigingen
met schroeven, volgringen en borgwieltjcs.
Door de borgwieltjcs een stukje uit te schroe-
ven kan het stuur naar voren worden geklapt.
De maaier neemt dan minder plaats in, bijv.. bij
transport.
5. Zet de elektrische kabel vast met een bevesti-
gingsband.
STUUR type III (fig. 10)
1. Let erop dat de openingen in het stuur aan de
rechterzijde zitten. Doc de tappen op de scha-
kelaar in de openingen in het stuur. Let erop
dat de kabel niet beklemd raakt en dat de knop
naar boven zit. Klem de bevestiging voorzich-
tig vast, zodat deze goed op het stuur aansluit.
Monteer de schroeven. Haal ze goed aan.
2. Druk de stuurboog in de openingen op het
chassis.