80-0067-09-MO-Rev D 2017-10-03 SunTech CT40 Gebruikershandleiding | 28
een ChipOx- of een Masimo SET-SpO2-module die bevestigd is aan de CT40-basiseenheid zoals beschreven in
hoofdstuk 2 en een speciale herbruikbare pulsoximetersonde en/of kabel die bij elke module wordt geleverd. De
instelling van het instrument wordt uitgebreider beschreven in hoofdstuk 2. Zowel de Masimo
®
SET- als de ChipOx-
SpO
2
-module is gekalibreerd voor het weergeven van de functionele zuurstofverzadiging (SpO
2
).
SpO
2
-metingen uitvoeren:
1. Plaats een vinger (bij voorkeur de wijsvinger, middelvinger of ringvinger) in de SpO
2
-sensor totdat de vingertop de
stop raakt. Gebruik de duim niet.
2. Zorg ervoor dat de vingernagel gericht is naar de zijde met het rode licht. Zorg ervoor dat een juiste positie van de
vinger niet wordt belemmerd door lange vingernagels.
3. Binnen een paar seconden wordt er een SpO
2
-resultaat weergegeven. Haal de vinger uit de SpO
2
-sensor. Het
laatste meetresultaat zal knipperend worden weergegeven.
4. Als de sensor niet van de vinger wordt verwijderd, zullen de SpO
2
-metingen na 10 minuten continu meten
automatisch worden beëindigd en zal het laatste meetresultaat knipperend worden weergegeven.
5. Om een nieuwe meting te starten, plaatst u de SpO
2
-sensor opnieuw op de vinger, zoals beschreven Stap 1.
OPMERKING: Als de signaalkwaliteit van de sensor onder de 90% raakt, zal er geen meetresultaat in de SpO
2
-sectie
worden weergegeven en zal het procentsymbool beginnen te knipperen. Controleer of de sensor op de
juiste manier is geplaatst en op de juiste manier wordt gebruikt.
Speciale opmerkingen voor de Masimo
®
SET-SpO
2
-module:
OPMERKING: Het bezit of de aankoop van dit instrument geeft geen toestemming, expliciet noch impliciet, voor het
gebruik van het instrument in combinatie met niet-goedgekeurde sensoren of kabels die, alleen of in combinatie met dit
instrument, in het toepassingsgebied zouden vallen van een of meer van de patenten met betrekking tot dit instrument.
OPMERKING: Als u twijfelt aan de nauwkeurigheid van een meetresultaat, controleer dan eerst de vitale functies van de
patiënt met andere middelen en controleer vervolgens of de MS board pulsoximeter naar behoren functioneert.
OPMERKING: Er kan geen functionele tester worden gebruikt om de nauwkeurigheid te bepalen van een Masimo-
pulsoximetersensor of -pulsoximeter. Met behulp van een Clinical Dynamics SmartSat SpO
2
-simulator kan het
instrument het hele bereik van SpO
2
-waarden weergeven.
Masimo
®
-sensoren:
Lees vóór gebruik de gebruiksaanwijzing van de M-LNCS
TM
DCI/DCIP-sensor aandachtig door; deze bevat o.a.
instructies voor reiniging en desinfectie.
Masimo
®
M-LNCS
TM
-sensoren worden niet-steriel geleverd.
Aanvullende informatie over Masimo
®
:
Naast het algemene werkingsprincipe dat hierboven wordt genoemd, maakt de Masimo
®
SET
®
MS board-
pulsoximeter gebruik van het volgende principe:
Het MS board ontleedt de ratio van pulsatiele absorptie (AC) ten opzichte van de gemiddelde absorptie (DC) bij elk
van twee golflengten, 660 nm en 905 nm (S(660) en S(905)) in een arterieel signaal plus een ruiscomponent en
berekent de ratio van de arteriële signalen zonder de ruis:
S(660) = S1 + N1
S(905) = S2 + N2
R = S1/S2