4.3 Instellingen vastleggen / menu's en functies afsluiten
In sommige menu's en functies moeten de ingevoerde wijzigingen handmatig worden
bevestigd om ze permanent op te slaan. Doet u dit niet, dan worden na het verlaten van
het menu of de functie automatisch opnieuw de waarden voorafgaand aan de wijziging
ingesteld.
Als een veld Bevestigen, of in de onderste regel van het beeldscherm de groene
functietoets Bevestigen wordt weergegeven, dan moet u de ingevoerde wijzigingen
handmatig bevestigen om deze op te slaan.
> Markeer Bevestigen met behulp van de pijltoetsen rechts/links en bevestig
met de toets OK of druk op de groene functietoets Bevestigen om de wijzigingen
op te slaan en naar het vorige, hogere menuniveau terug te keren.
Alternatief
> Druk op de toets Terug.
Er wordt nu gevraagd of de aangebrachte wijzigingen moeten worden opgeslagen.
> Markeer met de pijltoetsen rechts/links Ja of Nee en bevestig met de toets OK
Afhankelijk van uw keuze worden de wijzigingen nu opgeslagen of afgewezen en keert
u terug naar het vorige, hogere menuniveau.
Alternatief
> Druk op Menu om het menu direct af te sluiten.
In dit geval worden de handmatig te bevestigen instellingen niet opgeslagen.
Wordt in de onderste regel van het beeldscherm de groene functietoets met
Bevestigen niet weergegeven, dan worden de wijzigingen automatisch opgeslagen
bij het afsluiten van het menu.
4.4 Een instelling wijzigen
U kunt instellingen met de pijltoetsen, de keuzelijst, de cijfertoetsen en het
virtuele toetsenbord invoeren. He toestel geeft aan met welke methode een
gemarkeerde instelling kan worden gewijzigd. Dit is te herkennen aan de onderstaande
symbolen:
- Pijltoetsen (paragraaf 4.4.1)
Pijltoetsen worden aan de linker- of rechterrand van de markering weergegeven.
-
Keuzelijst (paragraaf 4.4.2)
Symbool wordt aan de rechterrand van de markering weergegeven.
-
Cijfertoetsen (paragraaf 4.4.3)
- Virtueel toetsenbord (paragraaf 4.4.4)
Symbool wordt aan de rechterrand van de markering weergegeven.
12