Om zo nauwkeurig mogelijke metingen te waar-
borgen, is het aanbevelenswaardig, het kompas
regelmatig te kalibreren.
Rotatief kalibreren
Druk in de modus “Kompas” ca. 2 seconden
lang de toets „MODE“ in. Om het rotatieve
kaliberen te starten, drukt u één keer de toets
„CHRONO“ in. Het display roteert. Draai de klok
nu meer dan twee omwentelingen (parallel met
“Horizon houden”) in dezelfde richting als het
roterende display. Druk de toets „CHRONO“ of
„LAP/RESET“ in om het kalibreren te beëindigen.
Als het display niet meer roteert, houdt u de
toets „MODE“ ingedrukt om naar de modus
“Kompas” terug te keren of drukt u de toets
„MODE“ even in om de magnetische kompa-
safwijking in te stellen
.
ingesteld worden. Daarvoor moet de westelijke (W)
magnetische kompasafwijking van de peilingrich
-
ting afgetrokken worden c.q. moet de oostelijke
(E) magnetische kompasafwijking toegevoegd
worden.
Voorbeeld 1: 23° westelijke magnetische
kompasafwijking en 323° Peilingrichting wordt
aangegeven.Werkelijke peiling = gemeten peiling
– westelijke magnetische kompasafwijking Werke
-
lijke peiling = 323 – 23 = 300°
Voorbeeld 2: 22° oostelijke magnetische
kompasafwijking en 278° Peilingrichting wordt
aangegeven. Werkelijke peiling = gemeten peiling
+ oostelijke magnetische kompasafwijking Werkeli
-
jke peiling = 278 + 22 = 300°
Kalibreren van het kompas
Het kompas van de klok moet gekalibreerd
worden als
De klok voor de eerste keer gekalibreerd wordt
De batterij uitgewisseld werd
De cijfers van de peilingrichting knipperen en de
aanduiding ”” verschijnt
Het kompas gebruikt wordt op een locatie, die
afwijkt van de plaats, waar het kompas voor het
laatst gekalibreerd werd.
Rotatief kalibreren