Let op:
Een loc die door een rijregelaar wordt
aangestuurd, gaat met dezelfde inge-
stelde snelheid verder, ook wanneer
met de rijregelaar een andere loc wordt
gekozen.
De nieuw gekozen loc wordt met de al
eerder ingestelde snelheid
overgenomen.
De nulstelling van de rijregelaar wordt
door de Commander opnieuw ingesteld,
zodat u bij iedere loc tot de nulstelling
van de rijregelaar kunt terugdraaien.
Loc rijden
Wanneer u een loc aan een rijregelaar
heeft toegewezen, kunt u direct gaan
rijden en heeft u toegang tot alle
locfuncties.
• Kiesdegewensterijrichtingdoorhet
indrukken van de overeenkomstige
rijregelaar.
• Draaiderijregelaarlangzaamnaar
rechts tot de loc de gewenste snelheid
bereikt heeft.
• Doorhetnaarlinksdraaienneemtde
snelheid weer af.
• Eendrukopderijregelaarlaathet
gekozen voertuig direct stoppen
(noodrem).
• Metdeextrafunctieveldeninhet
display kunt u de extra functies zoals
licht, geluid, enz. met een vingertip
in- of uitschakelen.
• Meerderefunctiesroeptuopviahet
schakelvlak„F►”.Voorhetsluitenvan
het menu „extra functies” tipt u op een
willekeurige plaats van het sporenplan.
Wissels en seinen schakelen
De gemakkelijkste weg om wissels en
seinen te schakelen is via het sporenplan.
Hiervoor moet u een sporenplan van uw
modelbaan in de Commander hebben
ingevoerd (zie hoofdstuk editors). Als alter-
natief kunt u ook wissels en seinen in
directe mode schakelen.
Schakelen in het sporenplan
• Drukmetdevingerophetsymboolvan
het te schakelen toestel (wissel of sein).
Boven in het display tussen de bei-
de locvelden bevindt zich het schakel-
menu. Daar verschijnt een keuze aan
schakelvelden met de mogelijke
schakelstanden (wisselstanden, seinbe-
grippen).
• Drukmetdevingerophetgewenste
symbool. Sein of wissel worden
omgeschakeld en in het sporenplan
verschijnt de nieuwe stand.
Schakelen in directe mode
De directe mode van de Commander is
afgeleid van de toetsenborden van de
extra functies van een loc