Aansluiting aan tapwaterzijde boilerbatterijen met Vitocell300-H
Aanwijzing
■ Let op de stapelhoogte:
Vitocell 300-H, 350 l: max. 2 stuk
Vitocell 300-H, 500 l: max. 3 stuk
■ Diameter van de tapwaterzijde verbindingsleidingen respecteren.
700 en 1000 l (2-cellig)
DN 32
DN 50
DN 80
DN 100
DN 125
HR Verwarmingswaterretour
HV Verwarmingswateraanvoer
STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer (indien nodig)
TR Temperatuurregelaar
6.2 Circulatieleidingen
Om hygiënische redenen en het comfort worden circulatieleidingen
in tapwaterverwarmingsinstallaties gemonteerd. Hiervoor moeten de
geldige normen en voorschriften in acht worden genomen. In prin-
cipe geldt dat de vroeger gebruikelijke ”zware krachtcirculaties” om
hygiënische redenen vandaag niet meer toegestaan zijn. Circulatie-
leidingen resp. circulatiesystemen altijd met passende pompen uit-
rusten, hydraulisch afregelen en conform de geldige voorschriften
van een warmte-isolatie voorzien. Hierbij de geldige normen en
voorschriften in acht nemen, bijv. DVGW-werkbladen W551/W553
en DIN 1988/TRWI.
Overeenkomstig de grootte van het leidingsnetwerk, de isolatie en
het gestreefd resp. gevraagd, maximaal temperatuurverschil tussen
boileruitlaat (TWW) en circulatie-inlaat (TWZ) ontstaat het debiet van
het circulatiesysteem.
Naargelang het type van de tapwaterverwarmingsinstallatie zijn er
verschillende aansluitmogelijkheden van de circulatieleiding. Bijna
alle warmwaterboilers zijn met aansluitingen voor de circulatieleiding
in het bovenste derde deel van de boiler uitgerust. Een uitzondering
vormen tapwaterverwarmers in doorloop, bijv. verswaterstations of
combiboilers met geïntegreerde tapwaterwarmtewisselaar
(Vitocell 340-M/Vitocell 360-M). Deze worden met een ”inschroefcir-
culatie” voorzien, waarbij de circulatie een stuk in de warmtewis-
selaar gebracht wordt. Als dat niet het geval is, kan de circulatielei-
ding ook op de koudwaterinlaat van de tapwaterverwarmer worden
aangesloten.
Installatie — warmwaterboiler
(vervolg)
Tapwateropwarming
VIESMANN
33
5418 440 B/fl
6