De mogelijkheid van de aansluiting op de koudwaterinlaat biedt zich
voor warmwaterboilers aan, waarbij op basis van de verhoudingen
van het aftapvermogen en/of van het debiet van de circulatie bij het
boilervolume met een continue doormenging van de warmwaterboi-
ler moet worden gerekend, bijv. bij heel kleine warmwaterboilers.
Een aansluiting op de koudwaterinlaat kan ook voor zeer grote circu-
latiedebieten zinvol zijn. Bijzonder in slecht geïsoleerde leidingsnet-
werken of zeer breed vertakte installaties, kunnen zeer grote debie-
ten vereist zijn. Hierbij moet erop worden gelet dat door de hoge
stromingssnelheden gedeeltelijk geen stabilisering binnen de warm-
waterboiler mogelijk is. De zo ontstane doormenging in het beschik-
baarheidsdeel kan tot zeer lange opwarmwerking en schommelden
uitvoertemperaturen (TWW) leiden. Ook in dergelijk geval kan de
aansluiting van de circulatieleiding op de koudwaterinlaat voordelen
voor de bedrijfseigenschappen van de tapwateropwarmingsinstalla-
tie bieden.
6.3 Aansluiting circulatieleiding bij boilerbatterij
■ De circulatieleiding met een oplosbare verbinding aansluiten.
■ Om een gelijkmatige opwarming in de verschillende boilercellen te
bereiken, moeten boilergroepen met aangesloten circulatiesys-
teem volgens de volgende afbeeldingen worden geïnstalleerd.
In combinatie met verwarmingsketels of op afstand bediende verwar-
mingen zonder verwarmingswater-retourtemperatuurbegrenzing en
bij verwarmingswerking met stoomwerking tot 1 bar (0,1 MPa over-
druk en een circulatieleiding
In combinatie met op afstand bediende verwarmingen metverwar-
mingswater-retourtemperatuurbegrenzing en/of bij meerdere circula-
tieleidingen: