6.4 Aansluiting aan verwarmingszijde
Aansluiting aan verwarmingszijde
Volgens DIN 4753 kan het water in de warmwaterboiler tot ca. 95 °C
worden opgewarmd.
Opdat de tapwatertemperatuur niet warmer wordt dan 95 °C, moet
een regeling van de warmtetoevoer worden gemonteerd volgens de
schakelschema's hierna.
Bij de installatie volgens de afbeeldingen vanaf pagina 36 en 39
wordt de circulatiepomp voor de warmwaterboiler door de tempera-
tuurregelaar geschakeld. De terugslagklep met veerbelasting voor-
komt dat de warmwaterboiler door de natuurlijke stijging verder
wordt opgewarmd.
In plaats van de temperatuurregelaar kan ook een watertempera-
tuurregelaar worden gebruikt (zie de afbeeldingen op pagina 39).
Bij verwarmingswateraanvoertemperaturen boven de 110 °C moet
bovendien een veiligheidstemperatuurbegrenzer van goedgekeurde
constructie worden ingebouwd. Hiertoe wordt het combinatietoestel
TR/STB met twee gescheiden thermostatische systemen (thermo-
staat en veiligheidstemperatuurbegrenzer) gebruikt (zie de afbeel-
dingen op pagina 39).
Bij installaties die reeds uitgerust zijn met een veiligheidstempera-
tuurbegrenzer die de temperatuur van het verwarmingsmedium
begrenst op 110 ºC (bijv. in de CV-ketel), hoeft in de warmwaterboi-
ler geen extra veiligheidstemperatuurbegrenzer te worden gemon-
teerd.
Boilerbatterijen
Bij boilerbatterijen volstaat de inbouw van een temperatuurregelaar
in een van de boilercellen.
Vitocell 300-H:
Bij boilergroepen moeten de verbinding aan verwarmingswaterzijde
en de plaatsing van temperatuurregelaar en veiligheidstemperatuur-
begrenzer (indien vereist) worden uitgevoerd volgens de afbeeldin-
gen op pagina 38.
Vitocell 100-V en Vitocell 300-V:
De boilerbatterij wordt via een temperatuurregelaar geregeld.
Daarom is een gescheiden regeling van afzonderlijke boilercellen
binnen een boilerbatterij niet mogelijk. De temperatuurregelaar moet
worden gemonteerd in de laatste boilercel gezien vanaf de verwar-
mingswateraanvoer (zie afbeelding op pagina 40).
Aanwijzing
Als de aansluiting ”verwarmingswateraanvoer” in tegenstelling tot
afbeelding op pagina 40 langs de rechterkant plaatsvindt, moet de
dompelhuls voor de temperatuurregelaar vóór de montage van de
verzamelleiding worden gemonteerd in de laatste boilercel gezien
vanaf de verwarmingswateraanvoer.
Als de gescheiden regeling van afzonderlijke boilercellen binnen een
boilerbatterij vereist is, moeten de boilercellen tot meerdere boiler-
batterijen worden samengevat of als afzonderlijke boilercellen wor-
den geïnstalleerd.
Vitocell 100-H en Vitocell 300-H
Regeling door in- en uitschakelen van de circulatiepomp.
130, 160 en 200 l inhoud: aansluiting aan verwarmingswaterzijde met één verwarmingsketel
A
Temperatuursensor/temperatuurregelaar en veiligheidstempera-
tuurbegrenzer (indien vereist)
B
Ontluchting
C
Verwarmingswaterretour
D
Verwarmingsketel
E
Verwarmingswateraanvoer
F
Circulatiepomp
G
Terugslagklep, veerbelast
H
Vitocell 100-H of Vitocell 300-H
Installatie — warmwaterboiler
(vervolg)
36
VIESMANN
Tapwateropwarming
6
5418 440 B/fl