90
h) Capaciteitsmeting (alleen VC270 en VC290)
ƽ
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Let bij elektrolyt-condensatoren absoluut op de polariteit.
- Schak
el de DMM in en kies het meetbereik
- Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7), het zwarte in de COM-
aansluiting (8).
- Op het display verschijnt de eenheid „nF“.
☞
Op basis van de gevoelige meetingang kan het bij “open”
meetsnoeren komen tot een waarde-indicatie op het display.
Door indrukken van de toets “REL” wordt het display gereset op
“0”. De autorange-functie blijft actief.
- Verbind nu de beide meetpunten (rood = pluspool/zwart = minpool) met het meetobject (condensator).
In het display wordt na korte tijd de capaciteit weergegeven. Wacht tot de displaywaarde gestabilise-
erd is. Bij condensatoren >40 µF kan dit enkele seconden duren.
- Van zodra er “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, overschreed u het meet-
bereik.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van
het meetobject, en schakel de DMM uit.
i) Batterijtest (alleen VC250)
De batterijtest dient voor het snel controleren van de meest voorkomende 1,5 en 9V-batterijen. Voor
een objectief meetresultaat worden de batterijen gemeten bij een kleine belasting. Op het display
wordt de werkelijke klemspanning onder belasting zichtbaar. De meting ook evengoed mogelijk
accu’s. Selecteer daartoe het meetbereik, dat het dichtst bij de accuspanning ligt (bijv. meetbereik 1,5
V voor 1,2 V-accu)
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik
- Plug het rode meetsnoer in de m1-µA meetbus (5), het zwarte in de
COM-meetbus (8).
- Op het display verschijnt de eenheid „V“.
☞
Bij accu’s is op basis van de geringe celspanning het meetre-
sultaat lager dan bij normale batterijen.
-
Van zodra er “1.” op het display verschijnt, overschreed u het meet-
bereik.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit.
.