02 Veiligheid
02
29
Gordelwaarschuwing
Wanneer iemand de veiligheidsgordel niet
draagt, gaan er waarschuwingssymbolen
branden en worden er geluidssignalen afge-
geven om de bewuste persoon eraan te herin-
neren de veiligheidsgordel om te doen (p. 27).
Of er geluidssignalen klinken, hangt af van de
snelheid. De waarschuwingssymbolen zitten
op de plafondconsole en op het instrumen-
tenpaneel (p. 62).
Het gordelwaarschuwingssysteem geldt niet
voor kinderzitjes.
Achterbank
De functie van de gordelwaarschuwing voor
de achterbank is tweeledig:
•
Aangeven welke veiligheidsgordel (p. 26)
van de achterbank er worden gebruikt. Bij
gebruik van de veiligheidsgordels of het
openen van een van de achterportieren
verschijnt er een melding op het instru-
mentenpaneel. De melding verdwijnt na
ongeveer 30 seconden rijden vanzelf of
eerder bij het indrukken van de knop OK
op de richtingaanwijzerhendel (p. 107).
Als een van de inzittenden geen veilig-
heidsgordel draagt, verdwijnt de melding
echter alleen bij het indrukken van de
knop OK op de richtingaanwijzerhendel.
•
Waarschuwen dat iemand op de achter-
bank de veiligheidsgordel heeft losgeno-
men. Er wordt gewaarschuwd met een
melding op het instrumentenpaneel in
combinatie met een geluidssignaal en een
waarschuwingssymbool. De waarschu-
wing stopt wanneer de gordel weer is
omgedaan, maar kan ook handmatig wor-
den bevestigd door op de knop OK te
drukken.
Op het informatiedisplay van het instrumen-
tenpaneel staat welke veiligheidsgordels er in
gebruik zijn. Deze informatie is altijd beschik-
baar.
Gordelspanners
De Veiligheidsgordels (p. 26) aan de bestuur-
derszijde, de passagierszijde en op de buiten-
ste zitplaatsen achterin zijn voorzien van gor-
delspanners. Dit is een mechanisme dat bij
een voldoende krachtige aanrijding de veilig-
heidsgordel rond het lichaam spant. De veilig-
heidsgordel kan de passagier daarmee beter
in de stoel gedrukt houden.
WAARSCHUWING
De gesp van de veiligheidsgordel aan pas-
sagierszijde nooit aanbrengen in de gor-
delsluiting aan bestuurderszijde. De gesp
van de veiligheidsgordel altijd aanbrengen
in de gordelsluiting aan de juiste zijde. De
veiligheidsgordels nooit beschadigen en
geen vreemde voorwerpen aanbrengen in
de gordelsluiting. De veiligheidsgordels en
de gordelsluiting werken anders mogelijk
niet naar behoren tijdens een aanrijding. Er
bestaat gevaar voor ernstige verwondin-
gen.
Gerelateerde informatie
•
Algemeen over veiligheidsgordels (p. 26)