||
03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
78
Sleutel aanbrengen
1. Houd de transpondersleutel beet aan de
kant van het afneembare sleutelblad en
plaats de sleutel in het contactslot.
2. Duw de sleutel vervolgens tot aan de
aanslag in het slot.
BELANGRIJK
Vreemde voorwerpen in het contactslot
kunnen tot functiestoringen leiden of
schade aan het slot toebrengen.
De transpondersleutel niet verkeerd om
insteken – pak de sleutel beet aan het uit-
einde met het afneembare sleutelblad, zie
Afneembaar sleutelblad - verwijderen/
aanbrengen (p. 167).
Sleutel verwijderen
Pak de transpondersleutel beet en trek deze
uit het contactslot.
Sleutelstanden - functies in
verschillende standen
Om bij uitgeschakelde motor het gebruik van
een beperkt aantal functies mogelijk te maken
is het elektrische systeem van de auto met de
transpondersleutel in 3 verschillende standen
te zetten: 0, I en II. In deze gebruikershandlei-
ding worden deze standen in algemene zin
aangeduid als ‘sleutelstanden’.
De volgende tabel geeft aan welke functies
beschikbaar zijn in de verschillende sleutel-
standen.
Niveau Functies
0
Kilometerteller, klok en tempe-
ratuurmeter worden verlicht.
Elektrisch bediende stoelen zijn
te verstellen.
Het audiosysteem is enige tijd
te gebruiken - zie supplement
Sensus Infotainment.
I
Zonnescherm voor glazen dak,
elektrisch bediende ruiten, 12V-
aansluiting in passagiersruimte,
RTI, telefoon, interieurventilator
en ruitenwisser kunnen worden
gebruikt.
II
De koplampen worden ontsto-
ken.
Waarschuwings-/controlelamp-
jes branden 5 seconden lang.
Diverse andere systemen wor-
den geactiveerd. Elektrische
verwarming in zittingen en ach-
terruit kan echter pas na starten
van de motor worden geacti-
veerd.
Deze sleutelstand verbruikt
veel stroom vanuit de star-
taccu en moet daarom wor-
den vermeden!