||
03 Instrumenten, schakelaars en bediening
03
80
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Stoel hoger/lager zetten*, omhoog-/
omlaagpompen.
Bedieningspaneel voor elektrisch bedien-
bare stoel*, zie Voorstoelen - elektrisch
bediend (p. 81).
WAARSCHUWING
Stel de stand van de bestuurdersstoel in
voordat u gaat rijden: nooit tijdens het rij-
den. Controleer of de stoel vergrendeld
staat om letsel te voorkomen bij hard
afremmen of een aanrijding.
Hoofdsteun van voorstoel verstellen
De hoofdsteun is in de hoogte te verstellen.
Stem de hoofdsteun af op de lengte van de
persoon, zodat deze zo mogelijk het hele
achterhoofd bedekt.
Om de hoogte af te stellen, moet u de knop
(zie afbeelding) indrukken terwijl u de hoofd-
steun omhoog of omlaag afstelt.
De hoofdsteun kan in drie verschillende stan-
den worden afgesteld.
Ruggedeelte passagiersstoel
omklappen*
De rugleuning van de passagiersstoel kan
worden omgeklapt om ruimte te maken voor
lange bagage.
Zet de stoel zo ver mogelijk naar achteren
en omlaag.
Zet de rugleuning rechtop.
Trek de pallen aan de achterzijde van de
rugleuning omhoog tijdens het omklap-
pen.
4. Duw de stoel zo ver naar voren dat de
hoofdsteun onder het dashboardkastje
‘vast’ komt te zitten.
Houd voor het rechtop zetten de omgekeerde
volgorde aan.
WAARSCHUWING
Maak geen gebruik van de zitplaats achter
de passagiersstoel of de middelste zit-
plaats achterin, wanneer u de rugleuning
van de passagiersstoel hebt neergeklapt.
WAARSCHUWING
Pak het ruggedeelte nadat u het rechtop
gezet hebt beet en controleer of het stevig
vergrendeld staat om letsel te voorkomen
bij hard afremmen of een aanrijding.
Gerelateerde informatie
•
Voorstoelen - elektrisch bediend (p. 81)
•
Achterbank (p. 82)