||
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
* Optie/accessoire.
72
Symbool Betekenis
Informatie, lees displaymelding
Groot licht aan
Richtingaanwijzers links
Richtingaanwijzers rechts
Eco-systeem Aan, zie Rijmodus
ECO* (p. 293)
Start/Stop, motor is automatisch
afgezet, zie Start/Stop* - werking
en bediening (p. 286)
Bandenspanningscontrole , zie
Bandenspanningscontrole (TM)*
(p. 335)
Storing in ABL
Het lampje brandt, als een storing is opgetreden
in het ABL-systeem (Active Bending Lights).
Uitlaatgasreiniging
Bij een storing in de uitlaatgasreiniging kan na
een motorstart het symbool gaan branden. Rijd
voor een controle naar een werkplaats. Volvo
adviseert dat u daarvoor een erkende Volvo-
werkplaats bezoekt.
Storing in ABS
Als het lampje brandt, is het systeem defect. Het
normale remsysteem van de auto werkt dan nog
wel, zij het zonder ABS-regeling.
1. Breng de auto zo spoedig mogelijk tot stil-
stand en zet de motor af.
2. Start de motor opnieuw.
3. Als het lampje blijft branden, rijd dan naar
een werkplaats om het ABS te laten contro-
leren. Volvo adviseert dat u daarvoor een
erkende Volvo-werkplaats bezoekt.
Mistachterlicht aan
Het symbool brandt, wanneer het mistachterlicht
is ingeschakeld. Er is slechts één mistachterlicht
- dat zit aan de bestuurderszijde.
Stabiliteitsregeling
Het knipperende lampje geeft aan dat de stabili-
teitsregeling werkt. Als het lampje continu brandt
is er sprake van een storing in het systeem.
Stabiliteitsregeling, Sport-stand
Het symbool brandt, wanneer de Sport-stand is
geactiveerd. De Sport-stand maakt een actievere
rijervaring mogelijk. Het systeem registreert dan
of de gaspedaal- en stuurwielbediening alsook
het bochtenwerk aan te merken zijn als actiever
dan normaal, waarna het systeem toestaat dat de
achtertrein een gecontroleerde vorm van slippen
vertoont voordat het ingrijpt en de auto stabili-
seert.
Voorgloeifunctie motor (diesel)
Het lampje gaat branden wanneer de motor
wordt voorverwarmd. Voorverwarmen gebeurt
meestal bij een lage temperatuur.
Laag peil in brandstoftank
Wanneer het lampje gaat branden is het brand-
stofpeil te laag. Tank dan zo spoedig mogelijk.
Informatie, lees displaymelding
Als er een afwijking is in een van de autosyste-
men, gaat het informatiesymbool branden en ver-
schijnt er een melding op het display. U verwijdert
de melding met behulp van de OK-knop, zie
Menufuncties - instrumentenpaneel (p. 113). Dit
gebeurt automatisch als u enige tijd niets doet
(hoe lang hangt van de bewuste functie af). Het
informatiesymbool kan ook gaan branden in com-
binatie met andere symbolen.
N.B.
Als de servicemelding verschijnt kunt u het
symbool en de melding met behulp van de
OK-knop doven. Na een tijdje doven ze ook
automatisch.
Groot licht aan
Het lampje brandt, wanneer u het groot licht
voert of grootlichtsignalen geeft.
Richtingaanwijzers links/rechts
Beide richtingaanwijzersymbolen knipperen bij
gebruik van de alarmlichten.