||
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
82
Sleutel aanbrengen
1. Houd de transpondersleutel beet aan de
kant van het afneembare sleutelblad en
plaats de sleutel in het contactslot.
2. Duw de sleutel vervolgens tot aan de aan-
slag in het slot.
BELANGRIJK
Vreemde voorwerpen in het contactslot kun-
nen tot functiestoringen leiden of schade aan
het slot toebrengen.
De transpondersleutel niet verkeerd om inste-
ken – pak de sleutel beet aan het uiteinde
met het afneembare sleutelblad, zie Afneem-
baar sleutelblad - verwijderen/aanbrengen
(p. 170).
Sleutel verwijderen
Pak de transpondersleutel beet en trek deze uit
het contactslot.
Contactslotstanden - functies in
verschillende standen
Om bij uitgeschakelde motor het gebruik van
een beperkt aantal functies mogelijk te maken is
het elektrische systeem van de auto met de
transpondersleutel in 3 verschillende standen te
zetten: 0, I en II. In deze gebruikershandleiding
worden deze standen in algemene zin aange-
duid als "contactslotstanden".
De volgende tabel geeft aan welke functies
beschikbaar zijn in de verschillende contactslot-
standen.
Niveau Functies
0•Kilometerteller, klok en tempera-
tuurmeter worden verlicht.
•Elektrisch bedienbare stoelen
zijn te verstellen.
•Het audiosysteem is enige tijd te
gebruiken - zie supplement Sen-
sus Infotainment.
I•Schuif-/kanteldak, elektrisch
bediende ruiten, 12V-aansluitin-
gen in passagiersruimte, naviga-
tie, telefoon, interieurventilator
en ruitenwissers zijn te gebrui-
ken.