||
INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
* Optie/accessoire.
84
Stoel hoger/lager zetten*, omhoog-/omlaag-
pompen.
Bedieningspaneel voor elektrisch bedienbare
stoel*, zie Voorstoelen - elektrisch bediend
(p. 85).
WAARSCHUWING
Stel de stand van de bestuurdersstoel in voor-
dat u gaat rijden en nooit tijdens het rijden.
Controleer of de stoel vergrendeld staat om
letsel te voorkomen bij hard afremmen of een
aanrijding.
Hoofdsteunen van voorstoelen
verstellen
De hoofdsteunen zijn in de hoogte te verstellen.
Stem de hoofdsteun af op de lengte van de per-
soon, zodat deze zo mogelijk het hele achter-
hoofd bedekt.
Om de hoogte af te stellen, moet u de knop (zie
afbeelding) indrukken terwijl u de hoofdsteun
omhoog of omlaag afstelt.
De hoofdsteun kan in drie verschillende standen
worden afgesteld.
Ruggedeelte passagiersstoel
omklappen*
De rugleuning van de passagiersstoel kan wor-
den omgeklapt om ruimte te maken voor lange
bagage.
Zet de stoel zo ver mogelijk naar achteren en
omlaag.
Zet de rugleuning rechtop.
Trek de pallen aan de achterzijde van de rug-
leuning omhoog tijdens het omklappen.
4. Duw de stoel zo ver naar voren dat de hoofd-
steun onder het dashboardkastje ‘vast’ komt
te zitten.
Houd voor het rechtop zetten de omgekeerde
volgorde aan.
WAARSCHUWING
Maak geen gebruik van de zitplaats achter de
passagiersstoel of de middelste zitplaats ach-
terin, wanneer u de rugleuning van de passa-
giersstoel hebt neergeklapt.
WAARSCHUWING
Pak het ruggedeelte nadat u het rechtop
gezet hebt beet en controleer of het stevig
vergrendeld staat om letsel te voorkomen bij
hard afremmen of een aanrijding.
Gerelateerde informatie
•Voorstoelen - elektrisch bediend (p. 85)
•Achterbank (p. 86)