INSTRUMENTEN, SCHAKELAARS EN BEDIENING
* Optie/accessoire. 93
Tunneldetectie*
De tunneldetectie zorgt voor overschakeling van
dagrijverlichting op dimlicht bij het binnenrijden
van een tunnel.
De functie Tunneldetectie is aanwezig op een
auto met een regensensor*. Wanneer u een tun-
nel binnenrijdt, registreert de sensor dit en wordt
overgeschakeld van dagrijlicht naar dimlicht. Ca.
20 seconden na het verlaten van de tunnel, wordt
weer overgeschakeld op dagrijlicht. Als u na
afloop van deze tijd een andere tunnel inrijdt, blijft
het dimlicht branden. Zo wordt voorkomen dat de
lichtinstelling van de auto te vaak wordt gewijzigd.
Let erop dat de tunneldetectie alleen werkt, als
de verlichtingsdraaiknop in stand staat.
Gerelateerde informatie
•Groot licht/dimlicht (p. 93)
•Bedieningspaneel verlichting (p. 89)
Groot licht/dimlicht
Wanneer de verlichtingsdraaiknop in stand
staat en het elektrische systeem van de
auto in sleutelstand II of als de motor draait,
wordt in slechte lichtomstandigheden automa-
tisch het dimlicht ingeschakeld.
Stuurhendel en verlichtingsdraaiknop.
Stand voor grootlichtsignalen
Stand voor groot licht
Dimlicht
Met de draaiknop in de stand wordt het
dimlicht automatisch geactiveerd als het gaat
schemeren of bij donker weer. Het dimlicht wordt
ook automatisch geactiveerd bij activering van
het mistachterlicht.
Met de draaiknop in de stand brandt altijd
het dimlicht, wanneer de motor draait of als de
sleutelstand II actief is.
Grootlichtsignalen
Trek de stuurhendel voorzichtig tot in de stand
voor grootlichtsignalen naar het stuurwiel toe.
Het groot licht brandt totdat u de hendel loslaat.
Groot licht
Het groot licht is te ontsteken met de draaiknop
in stand 20 of . Schakel het groot licht
in of uit door de stuurhendel tot in de eindstand
naar het stuurwiel te halen en vervolgens los te
laten. Het groot licht is eveneens uit te schakelen
door de stuurhendel lichtjes in de richting van het
stuurwiel te duwen.
Wanneer het groot licht ontstoken is, brandt het
symbool op het instrumentenpaneel.
Gerelateerde informatie
•Actieve bochtverlichting* (p. 96)
•Automatisch groot licht* (p. 94)
•Bedieningspaneel verlichting (p. 89)
•Koplampen - lichtbundel aanpassen (p. 97)
•Tunneldetectie* (p. 93)
20 Wanneer het dimlicht brandt.