||
STARTEN EN RIJDEN
318
2. Stel de juiste laadstroom (p. 311) (afhanke-
lijk van het gebruikte 230VAC-stopcontact)
in op de regeleenheid.
Verwijder de beschermdop van de laadkabel-
stekker en sluit de laadkabelstekker vervol-
gens aan op de auto.
Positie van de beschermdop van de laadka-
belstekker.
BELANGRIJK
Plaats om lakschade te voorkomen bij hevige
storm bijvoorbeeld de beschermdop van de
laadaansluiting dusdanig dat deze niet tegen
het lakwerk aankomt.
5. De laadkabelstekker wordt geblokkeerd/
vergrendeld en ca. 10 seconden later gaat
de oplading van start.
Om de resterende laadtijd te controleren:
•
Druk op de knop voor Approach-verlich-
ting op de transpondersleutel – op het
instrumentenpaneel verschijnt vervolgens
de berekende tijd.
De oplading van de accu kan enige tijd wor-
den onderbroken, als u de auto ontgrendelt:
•
en het portier opent – de oplading gaat
2 minuten later opnieuw van start.
•
zonder het portier te openen – er vindt
automatisch hervergrendeling plaats, zie
Vergrendelen/ontgrendelen - vanaf de
buitenkant (p. 186). De oplading gaat
1 minuut later opnieuw van start.
N.B.
De Approach-verlichting moet zijn ingescha-
keld om de resterende laadtijd weer te geven.
De bijbehorende instellingen vindt u in het
menusysteem MY CAR (p. 121).
18
De spanning in het contact kan afhankelijk van de markt variëren.