08 Starten en rijden
08
314
* Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Katalysatoren
De katalysatoren hebben tot taak de uitlaat-
gassen te reinigen. Ze zijn dicht bij de motor
in het uitlaatsysteem gemonteerd om snel op
temperatuur te komen.
De katalysatoren bestaan uit een monoliet
(keramiek of metaal) met kanalen. De wanden
van de kanalen zijn bekleed met platina/
rodium/palladium. Deze edelmetalen hebben
een katalytische werking, d.w.z. ze versnellen
een chemische reactie zonder dat ze daar zelf
actief aan deelnemen.
Lambdasonde
TM
(zuurstofsensor)
De lambdasonde maakt deel uit van het
regelsysteem dat tot taak heeft de uitstoot te
beperken en de energie-inhoud van de
brandstof beter te benutten. Voor meer infor-
matie, zie Brandstofverbruik en CO2-uitstoot
(p. 436).
Een zuurstofsensor registreert het zuurstofge-
halte van de uitlaatgassen die de motor verla-
ten. De meetwaarde van de uitlaatgasanalyse
wordt doorgegeven aan het elektronische
systeem dat continu de injectoren afregelt.
Het lucht-brandstofmengsel dat de motor
krijgt, wordt continu bijgesteld. De regeling
schept de ideale omstandigheden voor een
effectieve verbranding van de schadelijke
stoffen (koolwaterstoffen, koolmonoxide en
stikstofoxiden) in de driewegkatalysator.
Gerelateerde informatie
•
Zuinig rijden (p. 314)
•
Brandstof - benzine (p. 309)
•
Brandstof - diesel (p. 310)
Zuinig rijden
Zuinig rijden houdt in dat u anticiperend en
rustig rijdt, en uw rijstijl en snelheid afstemt
op de verkeerssituatie.
•
Voor het laagste brandstofverbruik acti-
veert u ECO* (p. 295)
20
.
•
Maak gebruik van de ECO Guide die laat
zien hoe zuinig de auto rijdt, zie Eco
guide & Power guide* (p. 71).
•
Rijd in de hoogst mogelijke versnelling,
afhankelijk van de verkeerssituatie en de
weggesteldheid – lagere toeren leveren
een lager brandstofverbruik op. Maak
gebruik van de schakelindicator (p. 276).
•
Vermijd onnodig snel optrekken en krach-
tig remmen.
•
Bij hoge snelheden neemt het brandstof-
verbruik toe – de luchtweerstand neemt
toe naarmate de snelheid stijgt.
•
Laat de motor niet stationair warm-
draaien, maar belast de motor in plaats
daarvan zo snel mogelijk licht – een
koude motor verbruikt meer brandstof
dan een warme.
•
Houd de juiste bandenspanning aan en
controleer regelmatig of dat nog steeds
zo is - houd voor de beste resultaten de
zogeheten ECO-bandenspanning aan, zie
Banden - goedgekeurde bandenspanning
(p. 441).
20
Geldt alleen voor auto’s met een automatische versnellingsbak.