8
STARTEN EN RIJDEN
Alcoholslot*
394
Alcoholslot* omzeilen
394
Alvorens een motor met alcoholslot
te starten
394
Contactslotstanden
395
Motor starten
396
Auto afzetten
398
Stuurslotfout
398
Starthulp met andere accu
398
Versnellingsbak
400
Schakelstanden van automatische
versnellingsbak
400
Handgeschakelde versnellingsbak
402
Schakelindicator*
403
Keuzehendelblokkering
404
Schakelen met stuurpaddles*
405
Start/Stop
406
Start/Stop-systeem gebruiken
406
Voorwaarden voor Start/Stop-systeem
408
Rijmodi*
410
Rijmodus ECO
413
Niveauregeling* en schokdemping
415
Vierwielaandrijving
416
Remsystemen
416
Rempedaal
417
Noodremlichten
419
Remversterker
419
Automatisch remmen na een aanrijding
419
Parkeerrem
420
Parkeerrem gebruiken
421
Bij een storing in de parkeerrem
422
Hellingrem
423
Automatische rem bij stilstand
423
Lagesnelheidsregeling
424
Afdalingsremregeling
425
Doorwaaddiepte
427
Oververhitting van motor en aandrijving
428
Overbelasting van de startaccu
429
Voorbereidingen voor een lange rit
429
Rijden tijdens de winter
430
Tankvulklep openen/sluiten en tanken
431
Hanteren van brandstof
432
Benzine
433
Dieselolie
434
Wanneer u de tank leegrijdt van een
dieselmodel
435
Roetfilter
436
Zuinig rijden
437
Trekhaak*
437
In- en uitklapbare trekhaak*
438
Specificaties van de trekhaak*
440
Rijden met aanhanger
441
Rijden met een aanhanger in speci-
ale omstandigheden
443
Aanhangerstabilisering*
444
Sleepoog
445
Slepen
446
Auto bergen
447