10
WIELEN EN BANDEN
Banden
500
De draairichting van de banden.
501
Slijtage-indicator van banden
502
Bandenspanning controleren
502
Bandenspanningscontrole*
503
Controleer de bandenspanning met
het bandenspanningscontrolesysteem*.
505
Lage bandenspanning verhelpen bij
een auto met bandenspanningscon-
trolesysteem*
506
Bandenspanningscontrolesysteem*
kalibreren
507
Noodreparatieset voor banden
508
Noodreparatieset voor banden gebruiken
509
Band oppompen met de compressor
uit de noodreparatieset voor banden
513
Bij het verwisselen van wielen
514
Wielen demonteren
514
Wiel monteren
516
Wielbouten
517
Reservewiel*
518
Winterwielen
519
Gereedschapsset
520
Gevarendriehoek
520
Krik*
521
EHBO-set
522
Maataanduiding voor wielen
522
Maataanduiding voor banden
522
ONDERHOUD EN SERVICE
Serviceprogramma van Volvo
526
Autostatus
526
Afspraak maken voor servicebeurt en
reparatie
526
Externe updates
529
Systeemupdates
529
Gegevensoverdracht tussen auto en
werkplaats
531
Auto opnemen
532
Motorkap openen en sluiten
534
Overzicht motorruimte
535
Motorolie
536
Motorolie controleren en bijvullen
537
Koelvloeistof bijvullen
538
Onderhoud aan klimaatregeling
540
Lampen vervangen
541
Dimlichtlamp vervangen
543
Grootlichtlamp vervangen
543
Dagrijlichtlamp/stadslichtlamp vóór
vervangen
544
Richtingaanwijzer vóór vervangen
545
Gloeilamp achteruitrijlicht vervangen
545
Gloeilamp mistachterlicht vervangen
546
Lampspecificaties
547
Wisserbladen in servicestand
547