||
WIELEN EN BANDEN
* Optie/accessoire.
516
Breng de krik* omhoog, zodat deze in contact
komt met het kriksteunpunt van de auto.
Controleer of de kop van de krik juist in het
steunpunt is geplaatst, zodat de verhoging in
het midden van de kop in de opening in het
steunpunt past en of de voet loodrecht onder
het steunpunt staat. Let ook op dat u de krik
zo draait dat de slinger zo ver mogelijk van de
zijkant van de auto komt. De armen van de
krik staan dan haaks op de rijrichting van de
auto.
WAARSCHUWING
Kruip nooit onder de auto als deze op een krik
staat.
Laat nooit passagiers in de auto zitten als
deze op een krik staat. Bij het verwisselen van
een wiel langs de kant van de weg moeten
eventuele passagiers op een veilige plek gaan
staan.
9. Neem de auto zo ver op dat het wiel van de
grond komt. Verwijder de wielbouten en til
het wiel eraf.
Gerelateerde informatie
•
Bij het verwisselen van wielen (p. 514)
•
Auto opnemen (p. 532)
•
Wiel monteren (p. 516)
•
Gereedschapsset (p. 520)
Wiel monteren
Instructie voor het monteren van wielen bij het
verwisselen van wielen.
WAARSCHUWING
Kruip nooit onder de auto als deze op een krik
staat.
Laat nooit passagiers in de auto zitten als
deze op een krik staat. Bij het verwisselen van
een wiel langs de kant van de weg moeten
eventuele passagiers op een veilige plek gaan
staan.
1. Reinig de contactvlakken tussen het wiel en
de naaf.
2. Breng het wiel aan. Haal de wielbouten ste-
vig aan.
Gebruik geen smeermiddel op de draadwin-
dingen van de wielbouten.
3. Breng de auto zo ver omlaag dat het wiel
niet meer ongehinderd kan draaien.