WIELEN EN BANDEN
* Optie/accessoire.
517
4. Draai de wielbouten kruiselings vast. Het is
belangrijk dat u de wielbouten stevig aan-
haalt. Haal aan met 140 Nm. Controleer het
aanhaalkoppel met een momentsleutel.
5. Plaats de kunststof doppen terug op de wiel-
bouten.
N.B.
•
Plaats na het oppompen van een band
altijd het ventieldopje terug om schade
aan het ventiel door grind, vuil e.d. te
voorkomen.
•
Gebruik alleen kunststof dopjes. Metalen
ventieldopjes kunnen roesten en zijn
moeilijk los te draaien.
Gerelateerde informatie
•
Wielen demonteren (p. 514)
•
Bij het verwisselen van wielen (p. 514)
•
Reservewiel* (p. 518)
Wielbouten
De wielen zitten met wielbouten op de naven
vast.
BELANGRIJK
U dient de wielbouten aan te halen met 140
Nm. Als u ze te strak of niet strak genoeg
aanhaalt, kan de boutverbinding beschadigd
raken.
Gebruik alleen velgen die getest en goedgekeurd
zijn door Volvo en deel uitmaken van de originele
accessoires van Volvo.
Controleer met een momentsleutel het aanhaal-
koppel van de wielbouten.
Gebruik geen smeermiddel op de draadwindin-
gen van de wielbouten.
Afsluitbare wielbouten*
In het blok schuimrubber onder de vloer in de
bagageruimte is ruimte om de dop voor de
afsluitbare wielbouten in op te bergen.
Gerelateerde informatie
•
Bij het verwisselen van wielen (p. 514)