6
Gevaren bij de omgang met het toestel
Weishaupt producten zijn overeenkomstig de geldende
normen, richtlijnen en de algemeen erkende veiligheids-
technische regels gebouwd. Toch kan bij ondeskundig ge-
bruik levensgevaar optreden voor de gebruiker of derden
en kan schade aan het toestel of aan andere goederen
ontstaan.
Om gevaar te vermijden mag het toestel alleen benut
worden
•voor doelgericht gebruik
•in onberispelijke veiligheidstechnische staat
•met inachtname van alle aanwijzingen in de montage-
en bedieningsrichtlijnen
•onder naleving van de inspectie- en onderhoudswerk-
zaamheden
Storingen die afbreuk kunnen doen aan de veiligheid,
dienen per omgaande opgelost te worden.
Opleiding van het personeel
Alleen gekwalificeerd personeel mag aan het toestel wer-
ken.
Gekwalificeerd personeel zijn personen, die met de opstel-
ling, montage, inregeling, inbedrijfname en onderhoud van
deze producten vertrouwd zijn en die voor deze werkzaam-
heden de benodigde kwalificaties bezitten, zoals b.v.:
•een opleiding hebben genoten en gemachtigd zijn,
stroomkringen en elektrische apparaten volgens de
normen van de veiligheidstechniek in- en uit te schake-
len, te aarden en te identificeren.
•een opleiding hebben genoten en gemachtigd zijn, in-
stallatie, ombouw en onderhoudswerk aan gasinstalla-
ties in gebouwen en terreinen uit te voeren.
Organisatorische maatregelen
•De noodzakelijke persoonlijke beschermingsmiddelen
moeten door éénieder die aan de installatie werkt, ge-
dragen worden.
•Alle aanwezige veiligheidsinrichtingen dienen regelma-
tig gecontroleerd te worden.
Informele veiligheidsmaatregelen
•Los van het montage- en bedieningsvoorschrift dienen
de landelijk geldende regels en voorschriften ter voor-
koming van ongevallen te worden nageleefd. In het bij-
zonder de desbetreffende veiligheidsvoorschriften
(b.v. EN, DIN,VDE, enz…) in acht nemen.
•Alle veiligheids- en gevaaraanduidingen op het toestel
dienen leesbaar te blijven.
Veiligheidsmaatregelen gedurende normaal bedrijf
•Het toestel alleen gebruiken, als alle veiligheidsvoor-
zieningen goed functioneren.
•Minstens eenmaal per jaar het toestel op uitwendige
herkenbare schade en het juist functioneren van de vei-
ligheidsinrichtingen controleren.
•Afhankelijk van de installatie-omstandigheden kan een
frequentere controle noodzakelijk zijn.
Veiligheidsmaatregelen bij gasreuk
•Open vuur en vonkvorming verhinderen (b.v. in- en
uitschakelen van verlichting en elektrische toestellen,
mobiele telefoon inbegrepen).
•Vensters en deuren openen.
•Gasafsluitkraan sluiten.
•Huisbewoners waarschuwen en gebouw verlaten.
•Verwarmingsinstallateur en gasmaatschappij
verwittigen.
Gevaar door elektrische energie
•Vóór het begin van de werken de installatie uitschake-
len, tegen herinschakelen beveiligen, controleren of de
stroom uitgeschakeld is, aarden en kortsluiten en alle
nabije, onder spanning staande delen beveiligen!
•Werken aan de elektrische installatie door een vakman
laten uitvoeren.
•De elektrische delen van het toestel tijdens onder-
houdswerken controleren. Losse verbindingen vastzet-
ten en beschadigde kabels onmiddellijk vervangen.
•Indien werkzaamheden aan spanningsvoerende delen
noodzakelijk zijn, moeten de voorschriften om ongeval-
len te vermijden UVV VBG4 en andere landsspecifieke
voorschriften in acht genomen worden en moeten
werktuigen volgens EN 60900 gebruikt worden. Een
tweede persoon dient aanwezig te zijn om in noodge-
vallen de hoofdschakelaar uit te zetten.
Onderhoud en oplossen van storingen
•Voorgeschreven instel-, onderhouds- en inspectiewerk-
zaamheden binnen de gestelde termijn uitvoeren.
•De gebruiker van de installatie vóór de aanvang van de
onderhoudswerkzaamheden informeren
•Bij alle onderhouds-, inspectie- en herstellingswerken
de stroomtoevoer naar het toestel uitschakelen en
de hoofdschakelaar beveiligen tegen onverwacht
inschakelen, brandstoftoevoer onderbreken.
•Worden bij onderhouds- en controlewerkzaamheden
schroefverbindingen losgenomen, dan dient men bij de
montage de dichtingsvlakken grondig te reinigen en op
onberispelijke wijze te monteren.
Beschadigde pakkingen vervangen. Dichtheidscontrole
uitvoeren!
•Vlambeveiligingen, begrenzingsapparatuur,
regelorganen, alsook andere veiligheidsinrichtingen
mogen alleen door de fabrikant of diens
gevolmachtigde hersteld worden.
•Losgemaakte schroefverbindingen na het opnieuw
verbinden op juist vastzitten controleren.
•Na het beëindigen van de onderhoudswerkzaamheden
de werking van de veiligheidsinrichtingen controleren.
Veiligheidsaanwijzingen
2