28
5
Gasdrukvoeler instellen
Fabrieksinstelling: 12 mbar.
Het schakelpunt moet bij het inregelen gecontroleerd resp.
nagesteld worden.
1. Op het meetpunt tussen V1 en V2 van W-MF resp.
DMV een drukmeter aansluiten.
2. Brander in bedrijf nemen (vollast).
3. Kogelkraan langzaam sluiten tot de gasdruk tot de
halve waarde is gedaald. Let daarbij op de CO-waarde
(< 1000 ppm) en de vlamstabiliteit.
4. Instelschijf langzaam naar rechts draaien, tot de ver-
brandingsmanager het gasgebrekprogramma start.
Minimale waarde: 12 mbar.
5. Kogelkraan openen.
6. 7-polige aansluitstekker eruit trekken en er weer inste-
ken.
Brander moet zonder gasgebrekprogramma starten.
Luchtdrukvoeler instellen
Fabrieksinstelling : 5 mbar (WG30)
6 mbar (WG40)
Het schakelpunt moet bij het inregelen gecontroleerd resp.
nagesteld worden. Hiervoor verschildrukmeting tussen de
punten ➀en ➁uitvoeren:
1. Drukmeter volgens tekening aansluiten.
2. Brander in bedrijf nemen.
3. Het regelgebied van de brander doorlopen.
Daarbij het drukverschil op de drukmeter in de gaten
houden.
4. De laagste verschildrukwaarde bepalen.
5. 80% van de laagste verschildrukwaarde op de instel-
schijf instellen.
Voorbeeld:
laagste verschildruk: _______________________ 7,4 mbar
schakelpunt luchtdrukvoeler : _______ 7,4 x 0,8 = 6,0 mbar
N.B. Installatiegebonden invloeden b.v. de con-
structie van rookgasafvoer, warmtegenerator,
opstelruimte of de luchttoevoer naar de lucht-
drukvoeler, kunnen een afwijkende instelling
noodzakelijk maken.
Gasdrukvoeler