4. Oliepompen
8
De pompen zijn voorzien voor montage in een
tweepijpssysteem (fabrieksinstelling). In bepaalde gevallen
kunnen bij werking met gasolie de pompen in een
éénpijpssysteem ingezet worden.
Voor éénpijpsinstallatie moet de bypass-schroef
verwijderd worden en de terugloop afgesloten (schroef
met dopmoer in het zakje met toebehoren). De bypass-
schroeven bij de verschillende pompen zijn als volgt
aangebracht:
AL 35 C – achter de terugstroomkoppeling
SW4 (2)
AT2 45 C – achter de toevoerkoppeling
SW4 (1)
Alle pompen zijn uitgerust met een drukregelventiel en
opgebouwd magneetventiel in de toevoerlijn naar de
verstuiver (stroomloos gesloten).
De tweetrapspompen zijn tevens voorzien van een
bijkomend magneetventiel (9) (stroomloos open) en een
drukregelaar (7) voor de 2de trap.
Werking
Bij de inbedrijfname stroomt olie uit de zuigleiding langs de
filter naar de pompaandrijving. Tijdens de voorventilatie is
magneetventiel (8) gesloten. De stookolie drukt de
regelklep in de richting van de regelveer en geeft via een
stuurboring de weg naar de terugloop vrij.
Een deel van de aangevoerde stookolie vloeit via een
ontluchtingsgleuf direct in de terugloop, daardoor worden
de pompen bij tweepijpsinstallatie automatisch ontlucht.
Bij éénpijpsinstallatie kan enkel ontlucht worden bij
geopend magneetventiel (8) via de verstuiverleiding of de
drukmeetaansluiting (4).
Wanneer magneetventiel (8) spanning krijgt, dan is de weg
naar de verstuiver vrij. De pompdruk kan bij de één- en
tweetrapspompen ingesteld worden in het drukbereik I,
aan de drukregelschroef (6). Bij het afschakelen van de
brander sluit het magneetventiel (8) de doorlaat naar de
verstuiver, daardoor wordt de oliestroom direct afgesloten.
Bij de tweetrapspompen wordt op drukbereik II
geschakeld, wanneer magneetventiel (9) onder spanning
komt. De pompdruk in het drukbereik II kan ingesteld
worden met drukregelschroef (7).
Het zuigvermogen van de pompen bedraagt:
AL35 C = 42 kg/h (50 l/h)
AT2 45C = 42 kg/h (50 l/h)
Bij twee- of éénpijpsinstallatie dient de overeenkomstige
dimensionering van de aanzuigleiding gekozen te worden
volgens de tabel in hoofdstuk 3.
Suntec-pomp type AL35 C 9545
Suntec-pomp type AT2 45 C 9563
Manometeraansluiting
1 Aansluiting voor zuigleiding
2 Aansluiting voor terugloopleiding
3 Toevoerleiding naar verstuivers
4 Aansluiting manometer
5 Aansluiting vacuümmeter
6 Drukregelschroef 1ste trap
7 Drukregelschroef 2de trap
8 Magneetventiel - stroomloos gesloten
9 Magneetventiel - stroomloos open
10 Vacuümmeter, resp. manometer met nippel
11 Manometer-schroefkoppelstuk
8
6
5
2
4
3
1
9
6
5
7
2
8
4
3
1