11
5
5.4 Mobiele bediening
U hebt de mogelijkheid verschillende gegevens reeds
vooraf te programmeren, vooraleer u de verwarmings-
installatie in bedrijf stelt.
U kunt daarvoor een apart bedieningstoestel gebruiken,
dat steeds bij u blijft of u kunt het toestel van uw klant
programmeren vooraleer u zich naar de installatie begeeft.
Het bedieningstoestel moet steeds het adres “0” hebben.
Deze gegevens worden dan eenvoudigweg op de
betreffende installatie overgedragen (zie hfst. 7.5 resp.
7.6). Programmering ter plaatse is niet meer nodig, wel
kunnen parameters aangepast worden die specifiek voor
de installatie nodig zijn.