5.4 Afvoerkanalen
◼ Het rookafvoerkanaal is voorzien voor flexibele buizen van Ø 100 mm
binnendiameter.
◼ Het afvoerkanaal dient aangesloten te worden op een goed werkende schouw. De
schoorsteen vegen en de roetput reinigen indien nodig.
◼ De hoogte van het schouwkanaal moet minstens 4 meter bedragen.
◼ Indien de afvoerbuis door een brandbare wand gaat, zal de opening in de wand
minstens 2 cm groter zijn dan de afvoerbuis en mag deze nergens de wand raken.
Beter is de afvoerbuis te isoleren met rotswol of glaswol.
◼ Indien er zich roet in de schouw bevindt moet er gewerkt worden met een inox
flexibel die tot bovenaan de schouw gaat.
◼ Bij nieuwbouw moet een nieuw schoorsteenkanaal ten minste 6 maanden drogen
alvorens te worden gebruikt voor aansluiting van een haard.
De inbouwopening van het toestel moet afgesloten zijn ten opzichte van de
schouw door middel van een metalen plaat, rotswol of glaswol. Indien dit niet het geval
is creëert men trekverliezen (de rode pijlen). Let op de dichtheid!
De rode pijlen op de eerste figuur geven duidelijk de trekverliezen weer indien het toestel
niet afgesloten is t.o.v. de schouw. Er zal onvoldoende trek ontstaan in de afvoerbuis
waardoor de goede werking in het gedrang komt. De 2 figuren ernaast illustreren een
correct aangesloten toestel, waarbij de groene pijlen een voldoende grote trek voorstellen.