Installatie en instellingen
WorkCentre 6505 multifunctionele kleurenlaserprinter
Gebruikershandleiding
34
Netwerkinstellingen configureren
In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld:
• Informatie over TCP/IP- en IP-adressen op pagina 34
• Het IP-adres van de printer toewijzen op pagina 34
• Het IP-adres van uw printer zoeken op pagina 37
• Faxen inschakelen op de printer op pagina 37
• Scannen inschakelen op de printer op pagina 38
Opmerking: Deze instructies zijn van toepassing op de printer wanneer deze is aangesloten op een
netwerk. Als u verbinding maakt met de printer via een USB-kabel, kunt u dit gedeelte overslaan.
Informatie over TCP/IP- en IP-adressen
Computers en printers gebruiken overwegend TCP/IP-protocollen voor communicatie over een
ethernetnetwerk. Macintosh-computers gebruiken meestal TCP/IP of Bonjour om met een
netwerkprinter te communiceren. Op Mac OS X-systemen wordt bij voorkeur TCP/IP gebruikt.
In tegenstelling tot TCP/IP, hoeven printers of computers met Bonjour geen IP-adres te hebben.
Bij gebruik van TCP/IP-protocollen moet elke printer en elke computer een uniek IP-adres hebben.
Veel netwerken en kabel- en DSL-routers maken gebruik van een server met DHCP (Dynamic Host
Configuration Protocol). Een DHCP-server wijst automatisch een IP-adres toe aan elke computer en
printer in het netwerk die geconfigureerd is om DHCP te gebruiken.
Als u een kabel- of DSL-router gebruikt, raadpleegt u de documentatie die bij de router is geleverd voor
informatie over IP-adressering.
Het IP-adres van de printer toewijzen
In dit gedeelte worden de volgende onderwerpen behandeld:
• Automatische toewijzing van IP-adres toestaan op pagina 35
• Het IP-adres handmatig toewijzen op pagina 35
• Het IP-adres wijzigen via CentreWare Internet Services op pagina 36
De printer is standaard ingesteld op het verkrijgen van een IP-adres van de netwerkserver met behulp
van DHCP. Met DHCP kunnen echter alleen tijdelijke netwerkadressen worden verkregen. Na een
bepaalde tijd kan het netwerk een nieuw IP-adres aan de printer toewijzen. U kunt problemen met de
connectiviteit krijgen als het printerstuurprogramma is ingesteld op een IP-adres dat regelmatig
verandert. Als u problemen wilt voorkomen of als uw netwerkbeheerder een statisch IP-adres voor de
printer wil, kunt u het IP-adres handmatig aan de printer toewijzen. Zie Het IP-adres handmatig
toewijzen op pagina 35 voor meer informatie.
Opmerking: U kunt het IP-adres van uw printer bekijken op de opstartpagina, de
configuratiepagina of via het bedieningspaneel van de printer. Zie Het IP-adres van uw printer
zoeken op pagina 37 voor meer informatie.