Effectblok
MOTIF-RACK XS-gebruikershandleiding
62
Basisstructuur
Referentie
V oice
Multi Utility
De bediening
en aansluitingen
Opstellen
Luisteren naar
het geluid
Aansluitingen
Een computer
gebruiken
Beknopte
handleiding
Appendix
Device Hiermee selecteert u het apparaat dat bepaalt hoe het geluid
moet worden vervormd.
Diffusion Hiermee bepaalt u de spreiding van het geselecteerde effect.
Direction Hiermee bepaalt u de richting van de modulatie zoals die door
de envelope wordt geregeld.
Divide Freq High Hiermee bepaalt u de hoge frequentie voor het in drie banden
opdelen van het totaalgeluid.
Divide Freq Low Hiermee bepaalt u de lage frequentie voor het in drie banden
opdelen van het totaalgeluid.
Divide Min Level Hiermee bepaalt u het minimumniveau van de porties die via
het slice-effect worden geëxtraheer d.
Divide T ype Hiermee bepaalt u hoe het geluid (wave) wordt opgedeeld
aan de hand van de nootlengte.
Drive Als een van de effecten Distortion, Noisy of Slice is geselec-
teerd, bepaalt u met deze parameter de mate waarin het
geluid wordt vervormd.
Als een van de Misc-effecten is geselecteerd, bepaalt u met
deze parameter in welke mate de Enhancer wordt toegepast.
Drive Horn Hiermee bepaalt u de diepte van de modulatie die door de
rotatie van de hoorn wordt gegenereer d.
Drive Rotor Hiermee bepaalt u de diepte van de modulatie die door de
rotatie van de rotor (voor de basluidspr eker) wordt gegene-
reerd.
Dry Level Hiermee bepaalt u het niveau van het droge geluid (waarop
het effect niet wordt toegepast).
Dry LPF Cutoff
Frequency
Hiermee bepaalt u de afsnijfrequentie van het laagdoorlaatfil-
ter die op het droge geluid wordt toegepast.
Dry Mix Level Hier mee bepaalt u het niveau van het droge geluid (waar op
het effect niet wordt toegepast).
Dry Send to Noise Hiermee bepaalt u het niveau van het droge signaal dat naar
het Noise-effect wordt gezonden.
Dry/Wet Balance Hier mee bepaalt u de balans tussen het droge geluid en het
effectgeluid.
Dyna Level Offset Hier mee bepaalt u de offsetwaarde die aan de uitvoer van de
envelope wordt toegevoegd.
Dyna Threshold Level Hiermee bepaalt u het minimumniveau waarop de envelope
begint.
Edge Hiermee stelt u de curve in die bepaalt hoe het geluid wordt
vervormd.
Emphasis Hiermee bepaalt u de wijziging van de karakteristiek van de
hoge frequenties.
EQ Frequency Hiermee bepaalt u de middenfrequentie voor elke band van
de EQ.
EQ Gain Hiermee bepaalt u de niveauversterking van de EQ-midden-
frequentie voor elke band.
EQ High Frequency Hiermee bepaalt u de middenfrequentie van de hoge EQ-
band die wordt verzwakt of versterkt.
EQ High Gain Hiermee bepaalt u de mate van versterking of verzwakking die
wordt gebruikt voor de hoge EQ-band.
EQ Low Frequency Hiermee bepaalt u de middenfrequentie van de lage EQ-band
die wordt verzwakt of versterkt.
EQ Low Gain Hiermee bepaalt u de mate van versterking of verzwakking die
wordt gebruikt voor de lage EQ-band.
EQ Mid Frequency Hiermee bepaalt u de middenfrequentie van de middelste EQ-
band die wordt verzwakt of versterkt.
EQ Mid Gain Hiermee bepaalt u de mate van versterking of verzwakking die
wordt gebruikt voor de middelste EQ-band.
EQ Mid Width Hiermee bepaalt u de breedte van de middelste EQ-band.
EQ Width Hiermee bepaalt u de breedte van de EQ-band.
ER/Rev Balance Hier mee bepaalt u de niveaubalans tussen de eerste weer -
kaatsingen en het reverbgeluid.
F/R Depth Met deze parameter van 'Auto Pan' (beschikbaar als P AN
Direction is ingesteld op 'L turn' of 'R turn') bepaalt u de diepte
van de F/R-pan (voor/achter).
FB Hi Damp Ofst R Hier mee bepaalt u de uitsterfverhouding voor de hoge fre-
quenties voor het R-kanaal als offset.
FB Level Ofst R Hier mee bepaalt u het feedbackniveau voor het R-kanaal als
offset.
Feedback Hiermee bepaalt u het niveau van het geluid dat door het
effectblok wordt uitgevoer d en terug wordt gekoppeld naar
zijn eigen ingang.
Feedback High Damp Hiermee bepaalt u hoe de hoge frequenties van het feedback-
geluid afzwakken.
Feedback Level Als een van de Reverb- of en Early Reflection-effecten is gese-
lecteerd, bepaalt u met deze parameter het feedbackniveau
van de initiële vertraging.
Als een van de effecten Delay , Chorus, Flanger , Comp Distor-
tion Delay of TEC is geselecteerd, bepaalt u met deze para-
meter het feedbackniveau dat door de vertraging wordt
uitgevoerd en teruggekoppeld is naar de ingang.
Als 'T empo Phaser' of 'Dynamische Phaser' is geselecteerd,
bepaalt u met deze parameter het feedbackniveau dat door
de phaser wordt uitgevoerd en teruggekoppeld is naar de
ingang.
Feedback Level 1, 2 Hiermee bepaalt u het feedbackniveau van het vertraagde
geluid in het eerste respectievelijk tweede effectblok.
Feedback Time Hier mee bepaalt u de vertragingstijd van de feedback.
Feedback Time 1, 2, L,
R
Hiermee bepaalt u de vertragingstijd 1, 2, L en R van de feed-
back.
Parameternaam Beschrijving
Filter T ype Als 'Lo-Fi' is geselecteerd, bepaalt u met deze parameter het
klankkleur .
Als 'Dynamic Filter' is geselecteerd, bepaalt u met deze para-
meter het filtertype.
Fine 1, 2 Hiermee bepaalt u de toonhoogte fijn voor de eerste respec-
tievelijk tweede effectprocessor .
Gate Time Hiermee bepaalt u de doorlaattijd van het opgedeelde
gedeelte.
Height Hiermee bepaalt u de hoogte van de gesimuleerde ruimte.
Hi Resonance Hiermee past u de resonantie van de hoge frequenties aan.
High Attack Hiermee bepaalt u de tijdsperiode van het moment dat een
noot wordt ingedrukt tot het moment dat de compressor op de
hoge frequenties wordt toegepast.
High Gain Hiermee bepaalt u de uitgangsversterking voor de hoge fre-
quenties.
High Level Hiermee bepaalt u het niveau van de hoge frequenties.
High Mute Hiermee schakelt u de dempingstatus van de hoge frequen-
ties om.
High Ratio Als 'REV-X Hall' of 'REV -X Room' is geselecteerd, bepaalt u
met deze parameter het aandeel van de hoge frequenties.
Als 'Multi Band Comp' is geselecteerd, bepaalt u met deze
parameter de verhouding van de compressor voor de hoge
frequenties.
High Threshold Hiermee bepaalt u het minimale ingangsniveau waarop het
effect op de hoge frequenties wor dt toegepast.
Horn Speed Fast Hiermee bepaalt u de snelheid van de hoorn als de schake-
laar Slow/Fast is ingesteld op 'fast' (snel).
Horn Speed Slow Hier mee bepaalt u de snelheid van de hoorn als de schake-
laar Slow/Fast is ingesteld op 'slow' (langzaam).
Initial Delay Hier mee bepaalt u de tijdsperiode tussen het directe, originele
geluid en de initiële reflecties.
Initial Delay 1, 2 Hiermee bepaalt u de vertragingstijd tot de initiële reflectie
voor het eerste respectievelijk tweede effectblok.
Initial Delay Lch, Rch Hiermee bepaalt u de tijdsperiode tussen het direct, originele
geluid en de initiële reflecties (echo's) die daarop volgen voor
de kanalen R en L.
Input Level Hier mee bepaalt u het ingangsniveau van het signaal waarop
de compressor wordt toegepast.
Input Mode Hiermee selecteer t u de mono- of stereoconfiguratie voor het
ingevoerde geluid.
Input Select Hiermee selecteer t u een ingangskanaal.
L/R Depth Hiermee bepaalt u de diepte van het L/R pan-effect.
L/R Diffusion Hier mee bepaalt u de spreiding van het geluid.
Lag Hiermee bepaalt u de tijdsperiode die aan het vertraagde
geluid wordt toegevoegd op basis van een nootlengte.
LFO Depth Als een van de effecten 'SPX Chorus', 'Symphonic', 'Classic
Flanger' of 'Ringmodulator' is geselecteerd, bepaalt u met
deze parameter de diepte van de modulatie.
Als 'T empo Fase' is geselecteerd, bepaalt u met deze parame-
ter de frequentie van de fasemodulatie.
LFO Phase Difference Hier mee bepaalt u het faseverschil tussen L en R van de
gemoduleerde golfvorm.
LFO Phase Reset Hier mee bepaalt u hoe de initiële fase van de LFO wordt ger e-
set.
LFO Speed Als een van de effecten Chorus, Flanger , T remolo of Ring
Modulator is geselecteerd, bepaalt u met deze parameter de
frequentie van de modulatie.
Als 'T empo Phaser' is geselecteerd, bepaalt u met deze para-
meter de modulatiesnelheid via een noottype.
Als 'Auto Pan' is geselecteerd, bepaalt u met deze parameter
de frequentie van de Auto Pan
LFO Wave Als een van de flangereffecten of 'Ring Modulator' is geselec-
teerd, bepaalt u met deze parameter de golfvorm voor modu-
latie.
Als 'Auto Pan' is geselecteerd, bepaalt u met deze parameter
de curve voor de panning.
Als 'VCM Auto Wah' is geselecteer d, bepaalt u met deze para-
meter de golfvorm, sinus of blokgolf.
Liveness Hier mee bepaalt u de uitsterfkarakteristiek van Early Reflec-
tion.
Low Attack Hier mee bepaalt u de tijdsperiode van het moment dat een
noot wordt ingedrukt tot het moment dat de compressor op de
lage frequenties wordt toegepast.
Low Gain Hiermee bepaalt u de uitgangsversterking voor de lage fre-
quenties.
Low Level Hiermee bepaalt u het uitgangsniveau voor de lage frequen-
ties.
Low Mute Hiermee bepaalt u of de lage frequentieband uit of aan is.
Low Ratio Als 'REV -X Hall' of 'REV -X Room' is geselecteerd, bepaalt u
met deze parameter het aandeel van de lage frequenties.
Als 'Multi Band Comp' is geselecteerd, bepaalt u met deze
parameter de verhouding van de compressor voor de lage fre-
quenties.
Low Threshold Hiermee bepaalt u het minimale ingangsniveau waarop het
effect op de lage frequenties wor dt toegepast.
LPF Resonance Hiermee bepaalt u de resonantie van het laagdoorlaatfilter dat
op het binnenkomende geluid wordt toegepast.
Parameternaam Beschrijving