56
HENDELS AAN HET
STUUR
De systemen die met de hendels aan
het stuur worden bediend, kunt u alleen
bedienen als de contactsleutel in de stand
MAR staat.
BELANGRIJK Alleen als het contact-
slot in stand PARK staat, blijft de buiten-
verlichting branden, ongeacht de stand
van de draaiknop.
HENDEL LINKS
Met hendel (A-fig. 41) bedient u de
richtingaanwijzers en de buitenverlichting.
Als de buitenverlichting wordt ingescha-
keld, gaan ook de instrumentenpaneel-
verlichting en de symboolverlichting van
de bedieningsknoppen op het dashboard
branden.
Buitenverlichting uitgeschakeld
Als het symbool O op de draaiknop te-
genover het merkstreepje staat, dan is de
buitenverlichting uitgeschakeld (fig.
42).
Buitenverlichting
De buitenverlichting wordt ingeschakeld
als u de draaiknop van stand O op stand
3
(of bij bepaalde uitvoeringen op
6
)
(fig. 43) draait.
Tegelijkertijd gaat op het instrumenten-
paneel lampje
3
branden.
P4Z00052
fig. 41
P4Z00053
fig. 42
P4Z00054
fig. 43