NL
29
7. Bediening
7.1 Motor starten
앬 Ga na of de mechanische schakelaar (fig. 5, pos.
A) op “RUN” staat.
앬 De brandstofkraan (fig. 6, pos. E) opendraaien.
앬 AAN-/UIT-schakelaar (fig. 2, pos. 18) met sleutel
naar de stand “ON” brengen.
앬 De trekkabel voor de decompressie (fig. 2,
pos. 7) trekken en AAN-/UIT-schakelaar met
sleutel naar de stand “start” draaien.
Decompressieschakelaar na ca. 5 s loslaten en
de motor begint te draaien.
앬 Als de motor draait, AAN-/UIT-schakelaar
terugdraaien naar de stand “ON”.
앬 Mocht de motor niet meteen aanslaan (vooral als
de tank voordien leeg was of na het verwisselen
van dieselfilter) herhaalt u de startpoging mits u
de trekkabel voor decompressie opnieuw trekt.
7.2 Belasten van de generator
앬 Als u de omschakelaar (fig. 2, pos. 11) naar links
zet, kunt u de 230 V ~ stopcontacten gebruiken.
Let op! Hoewel in deze stand het
continuvermogen (S1) van 3200 W verdeeld is
op de 2 stopcontacten, mag u elk stopcontact
ook met 3200 W belasten. De totale belasting
van beide stopcontacten mag kortstondig (S2)
voor 5 minuten maximaal 3500 watt bedragen.
앬 Als u de omschakelaar (fig. 2, pos. 11) naar
rechts draait, is het 400 V 3 ~ stopcontact actief.
Let op! Dit stopcontact mag permanent (S1) met
4400 W en kortstondig (S2) voor maximaal 5
minuten met 5000 W worden belast.
앬 De generator is geschikt voor apparaten die op
230 V ~ en 400 V 3 ~ wisselspanning draaien.
앬 De generator kan bovendien permanent met 12
V DC, 100 W worden belast (fig. 2, pos. 15).
앬 De generator niet aansluiten op een
huishoudnet; daardoor kan schade aan de
generator of aan ander elektrisch materieel in het
huis worden berokkend.
Aanwijzing: Sommig elektrisch materieel
(motordecoupeerzagen, boormachines enz.) kan een
groter stroomverbruik hebben als het onder
verzwaarde omstandigheden wordt ingezet.
Het is niet aan te raden sommig elektrisch materieel
(b.v. tv-apparaten, computers enz.) op een generator
te laten draaien. Doe in geval van twijfel een navraag
bij de fabrikant van uw apparaat.
7.3 Beveiliging tegen overbelasting
De generator is voorzien van een beveiliging tegen
overbelasting. Die schakelt de respectievelijke
stopcontacten bij overbelasting uit.
Let op! Mocht dit geval zich voordoen, verminder
dan het elektrische vermogen dat u aan de generator
onttrekt of verwijder aangesloten defecte toestellen.
Let op! Defecte overbelastingsschakelaars mogen
enkel worden vervangen door
overbelastingsschakelaars van hetzelfde type met
dezelfde vermogensgegevens. Wendt u zich
daarvoor tot uw klantenservice.
12 V DC aansluiting:
Bij overbelasting wordt de 12 V DC aansluiting (fig. 2,
pos. 15) uitgeschakeld. De 12 V DC aansluiting kan
opnieuw in gebruik worden genomen door op de
overbelastingsschakelaar (fig. 2, pos. 13) te drukken.
230V ~ stopcontacten:
Bij overbelasting worden de 230 V~ stopcontacten
(fig. 2, pos. 16) uitgeschakeld. De inschakelen van de
overbelastingsschakelaar (fig. 2, pos. 12) kunnen de
230 V ~ stopcontacten opnieuw in gebruik worden
genomen.
400 V 3~ stopcontact:
Bij overbelasting wordt het 400V 3~ stopcontact (fig.
2, pos. 17) uitgeschakeld. De inschakelen van de
overbelastingsschakelaar (fig. 2, pos. 10) kan het 400
V 3~ stopcontact opnieuw in gebruik worden
genomen.
7.4 Motor afzetten
앬 De generator kort onbelast laten draaien voordat
u hem afzet zodat het aggregaat kan nakoelen.
앬 AAN-/UIT-schakelaar (fig. 2, pos. 18) met sleutel
naar stand “OFF” brengen.
앬 De brandstofkraan dichtdraaien.
Aanwijzing: de motor kan ook worden stilgelegd
door op de mechanische schakelaar (fig. 5, pos. B)
te drukken. Voordat u de motor herstart dient u in elk
geval de hendel (fig. 5, pos. A) terug naar rechts te
schuiven tot hij vastklikt.
8. Onderhoud
Zet vóór alle schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden de motor af.
Machine regelmatig van stof en verontreinigingen
ontdoen. Voor het schoonmaken gebruikt u best een
fijne borstel of een vod.