NL
30
앬 Gebruik voor het schoonmaken van de
kunststofonderdelen geen bijtende middelen.
앬 Diesel dient uit de generator te worden
verwijderd als die een tijdje niet wordt gebruikt.
Let op! Zet het apparaat meteen af en wendt u
zich tot uw servicestation:
앬 als er zich ongewone trillingen of geluiden
voordoen,
앬 als de motor blijkbaar overbelast is of als hij
onregelmatig draait.
8.1 Olie verversen, oliepeil controleren (telkens
vóór gebruik)
Het is aan te bevelen de motorolie voor het eerst bij
warme motor na ca. 20 bedrijfsuren te verversen.
Daarna dient de motorolie om de 150 uur te worden
ververst terwijl de motor warm is.
앬 Gebruik enkel motorolie (15W40).
앬 De elektriciteitsgenerator op een geschikte effen
onderlaag neerzetten.
앬 Olievulplug (fig. 5, pos. C) opendraaien.
앬 Olieaflaatplug (fig. 5, pos. D) opendraaien en de
warme motorolie via het uitlaatkanaal naar een
gepaste opvangbak laten weglopen.
앬 Nadat al de afgewerkte olie is uitgelopen
dichtdraaien en het uitlaatkanaal met een doek
schoonmaken.
앬 Verse motorolie ingieten tot het bovenste merk
van de oliepeilstok is bereikt.
Let op! Oliepeilstok voor het controleren van het
oliepeil niet indraaien maar slechts tot aan de
schroefdraad insteken.
앬 U dient zich naar behoren van de afgewerkte olie
te ontdoen.
8.2 Luchtfilter schoonmaken (zie fig. 8-13)
앬 Luchtfilter telkens voor gebruik controleren,
eventueel schoonmaken, indien nodig
vervangen.
앬 Voor het schoonmaken van de elementen mogen
geen agressieve reinigingsmiddelen of benzine
worden gebruikt.
앬 De elementen schoonmaken door ze op een plat
vlak uit te kloppen.
8.3 Dieselfilter schoonmaken (fig. 6)
De dieselfilter (fig. 6, pos. G) moet worden
schoongemaakt als verontreinigingen in het kijkglas
(fig. 6, pos. H) zichtbaar zijn. Om de dieselfilter
schoon te maken hebt u een trechter nodig die
verbonden is met een benzine/diesel bestendige
brandstofslang, alsook benzine/diesel bestendige
handschoenen en een lege brandstofjerrycan voor
diesel (LET OP! Meng nooit benzine en
dieselbrandstof ongecontroleerd!).
앬 Brandstofkraan (fig. 6, pos. E) dichtdraaien.
앬 Kartelmoer (fig. 6, pos. F) losdraaien.
앬 De brandstofslang van de trechter de
dieseljerrycan in brengen en trechter onder het
kijkglas (fig. 6, pos. H) gereedhouden.
앬 Kartelmoer (fig. 6, pos. F) helemaal losdraaien
en de schone resterende hoeveelheid diesel uit
het kijkglas de trechter in gieten.
앬 De vervuilde resterende hoeveelheid diesel met
een schoonmaakpapier opzuigen. Het kijkglas
schoonmaken.
앬 Dieselfilter van de dieselfilterhouder naar
beneden aftrekken, tegengehouden vuil op de
dieselfilter met het schoonmaakpapier
verwijderen, eventueel met wat dieselbrandstof
schoonmaken of de dieselfilter vervangen als hij
beschadigd is. Van het schoonmaakpapier dient
u zich naar behoren te ontdoen.
앬 De assemblage gebeurt in omgekeerde volgorde.
8.4 Tank leegmaken
앬 Om de tank leeg te maken gaat u eerst te werk
zoals voor het schoonmaken van de dieselfilter.
앬 Na het afnemen van de dieselfilter de trechter
onder de dieselfilterhouder (fig. 6, pos. I)
gereedhouden en dan de brandstofkraan (fig. 6,
pos. E) opendraaien.
앬 Dieselbrandstof uit de tank, via de trechter, de
dieseljerrycan in leiden. (LET OP! Zorg ervoor
dat de dieseljerrycan groot genoeg is om de nog
in de tank aanwezige hoeveelheid diesel te
kunnen opnemen.
앬 Indien nodig, kan het leegmaken van de tank
door dichtdraaien van de brandstofkraan worden
onderbroken.
앬 Aan het einde van het leegmaken de onderdelen
hermonteren zoals beschreven in punt. 8.3.