13. Montageaccessoires
Gelieve vóór de montage de volledigheid van de
montagestukken te controleren:
1 montageplaat voor het binnenapparaat
1 infraroodafstandsbediening
2 batterijen (type AAA 1,5V)
1 condenswaterslang (lengte = 2 m)
2 dichtingsmassa
1 kap voor muuropening
2 kunststofwikkelband
1 set koelmiddelleiding (lengte = 4 m)
1 buisisolatie (Ø 35 x 500mm)
8 stuks schroeven ST 3,9x25
8 stuks muurpluggen
1 stuk muurdoorvoering
14. Montage-instructies (fig. 15)
Zorg ervoor dat de voorhanden zijnde
netspanning overeenkomt met de netspanning
die op het gegevensbordje aangegeven is.
Let op! Vergewis u er zich van dat in de buurt
van de boorgaten zich geen elektrische leidingen
of andere installaties (b.v. waterleidingen)
bevinden.
Aardt het buitenapparaat overeenkomstig de van
kracht zijnde voorschriften.
Beveilig het toestel apart.
U kunt deze airco niet zelf ingebruikstellen of
aansluiten!.
Koeltechnisch en elektrotechnisch mag de
installatie enkel door een STEK-gecertificeerd
installatiebedrijf worden aangesloten en in bedrijf
worden gesteld. Indien u niet aan deze
voorwaarde voldoet vervalt met onmiddellijke
ingang de door Einhell gegeven garantie.
Een verkeerde montage kan tot schade aan
personen en voorwerpen leiden.
Draag tijdens de montage gehoor- en
gezichtsbescherming en werkhandschoenen.
Aanwijzing voor de elektrische aansluiting!
De elektrische aansluiting mag alleen door een
elektrovakman worden uitgevoerd die erkend is door
de desbetreffende
elektriciteitsvoorzieningsonderneming. De installatie
dient afzonderlijk door een zekering te worden
beveiligd. Kies een toevoerkabel met een voldoende
sectie. De geelgroene ader mag alleen als
beschermingsleider en geenszins als
spanningvoerende leider worden gebruikt. Bij de
elektrische vaste aansluiting van het apparaat dient
die via een voorziening met tenminste 3 mm
scheidingsafstand (b.v. LS-schakelaar
(leidingbeschermschakelaar)) van het net te zijn
gescheiden.
Breng eerst de elektrische verbinding tussen het
binnenapparaat en het buitenapparaat en daarna de
netaansluiting tot stand. Vergewis u er zich van dat
de gehele installatie spanningvrij is. Beveilig de
installatie tegen herinschakelen.
A. Keuze plaats van montage
Toestel binnen
1. De openingen waar de lucht binnen komt en
buiten gaat mogen niet bedekt zijn, zodat de
lucht in de hele kamer verspreid kan worden.
2. Monteer het toestel binnen zo dat er slechts een
korte afstand is door de muur tussen het toestel
binnen en buiten.
3. Let erop dat de drainagebuis geen buigingen
vertoont en zonder stijging naar buiten gelegd
kan worden.
4. Vermijd het plaatsen naast een warmtebron,
hoge luchtvochtigheid of ontvlambaar gas.
5. Kies een plaats die stabiel genoeg is voor de
montage, zodat het toestel niet aan trillingen
blootgesteld wordt.
6. Zorg ervoor dat de montage ordelijk en netjes
uitgevoerd wordt.
7. Zorg ervoor dat er voldoende plaats is voor
latere herstellings- en servicewerkzaamheden.
8. Het toestel moet minstens 1 m van elektrische
toestellen en installaties verwijderd zijn, vb. TV,
radio, computer, enz.
9. Kies een plaats waar het toestel makkelijk te
bereiken is, om een filter schoon te maken of te
vervangen.
10. De maximumafstand bij standaarduitrusting
bedraagt 4 m tussen het binnen- en
buitenapparaat. Die maximaal mogelijke lengte
van de koelmiddelleiding bedraagt 10 m bij een
maximaal toegestaan hoogteverschil van 5 m.
11. Directe zonnestralen moeten vermeden worden.
Toestel buiten
1. Kies een plaats waar de buren niet gestoord
worden door geluiden of naar buiten geblazen
lucht.
2. Kies een plaats waar zeker voldoende
luchttoevoer aanwezig is.
3. De openingen waar de lucht binnen komt en
buiten gaat mogen niet afgedekt zijn.
4. De plaats moet voldoende stabiel zijn voor
montage en trillingen.
5. Er mag geen gevaar bestaan wegens brandbaar
NL
20