82 83
heidsgordel wor den vast gemaakt na de draagmand
uit de auto t e hebben verwijderd (zie Fig. 43b).
Opmerking: de draagmand kan uitsluit end op de ach-
terzitting wor den gemonteer d en altijd met de rijrich-
ting mee. Hij kan in voertuigen wor den gemonteerd
die zijn uitgerust met statische driepuntsgor dels in
over eenstemming met de norm ECE/EEG R6.
W AARSCHUWING
44. Leg het hoofd v an het kind uit veiligheidsoverwegin-
gen nooit in de richting van het portier . W anneer de
draagmand eenmaal op de acht erzitting is gemonteer d
verz ek ert u zich er van dat het veiligheidssysteem van
de draagmand voor de veiligheid v an het kind goed is
vast gez et, voor al als u een reis maakt. Nadat de draag-
mand op de achterzitting is gemont eerd z et u de rugleu-
ning op de laagste stand en laat u de dr aaghandgreep
zakk en. Na de montage op de achterzitting moet en de
gordels van de zitting waarmee het veiligheidssysteem
van de dr aagmand aan het voertuig is bevestigd goed
gespannen zijn. Stel de gor del van de zitting op de maxi-
male lengte af om de stabiliteit v an de draagmand te
garander en wanneer hij in de auto wor dt gebruikt. Stel
de veiligheidsgor del af om de draagmand in het voertuig
stabiel te houden. De gor del moet goed gespannen zijn
en mag nooit ver draaid zitten.
DE VEILIGHEIDSGORDEL GEBRUIKEN
45. Als de draagmand wordt gebruikt als aut ostoeltje,
drukt u op de middelste knop om de gesp t e openen,
zie Fig. 45a. Sluit de gesp op beide kanten aan. De
gesp kan worden vastge zet, zie Fig. 45b.
Opmerking: gebruik altijd de veiligheidsgordel w an-
neer het kind in de dr aagmand ligt.
DE VENTILA TIEOPENING GEBR UIKEN
46. De ventilatieopening openen: draai de knop onder
de mand tegen de klok in en de ventilatieopeningen
worden geopend. De ventilatiefunctie is nu geacti-
veer d met alle openingen naar boven.
47. De ventilatieopening sluiten: draai de knop onder
mand met de klok mee en de veiligheidsopeningen
worden geslot en (zie Fig. 47a/47b). Met de ope-
ningen omlaag is er geen ventilatie.
GEBRUIK OP DE W ANDEL W AGEN
48. De draagmand monter en: als u de draagmand op
het frame gebruikt, sluit u de adapt er aan en duwt u
de draagmand omlaag t ot u een klik hoort (zie Fig.
48a/48b). De draagmand is nu goed op het fr ame
gemonteer d, z oals wordt get oond in Fig. 48c.
49. Duw tegen de v er gr endeling C zoals door de pijl in Fig.
49a wordt aangegev en, til knop D op de bodem van
de draagmand omhoog, z oals door de pijl wordt aan-
gegeven en til hem op. V ervolgens kan de dr aagmand
op eenv oudige wijze van de wandelw agen wor den
gehaald (zie Fig. 49b/49c).
Z ORG EN ONDERHOUD
V oor veiligheidsdoeleinden. Dit pr oduct heef t regelmatige
controles en onderhoud nodig. Houd alle delen s choon. Als
de onderdelen har d worden brengt u er een laagje siliconen
smeerspray op aan. Metalen delen, de zitting en de stoen
delen: met een in een sopje met warm wat er en een jn
reinigingsmiddel bev ochtigde doek schoonmak en en afdr o-
gen. Gebruik geen s chuurmiddelen of schoonmaakmidde-
len met ammoniak, bleekmiddel of alcohol. Het dekje en de
accessoir es k unnen wor den verwijderd om t e wor den ge-
reinigd. De kap kan wor den verwijder d door hem van de be-
vestigingsmechanismen t e halen. Gebruik geen oplosmid-
delen, chemische r einigingsmiddelen of smeermiddelen op
de onderdelen van het autost oeltje en pr obeer nooit om de
stof te bleken of te verven. Ber g de draagmand nooit op als
hij nog vochtig is. W acht tot hij helemaal is opgedr oogd. Als
hij vochtig is, z et u hem helemaal open in een warme ruimte
en droogt u hem met een z achte doek. Als u de dr aagmand
vochtig opber gt kan hij gaan schimmelen. Het gebruik in
de buurt v an zee kan z outaanslag v eroorz ak en. Houd de
draagmand r egelmatig schoon met een in een sopje met
warm water en een jn r einigingsmiddel bevochtigde doek.
Gebruik de dr aagmand in ov ereenst emming met de aan-
wijzingen om elk e vorm van schade te voork omen. V erricht
algemeen onderhoud op de draagmand voordat u hem voor
een tweede kind gebruikt.
SAMENSTELLING
Bekleding: 100% polyest er
Fr ame: aluminium
AFMETINGEN
Br: 97.5 cm;
H: 60 cm;
D: 107 cm.
W AARSCHUWINGEN
• Laat het kind nooit zonder toe zicht in de draagmand!
Houd het kind altijd in de gaten.
• Gebruik alleen r eserveonder delen die door de f abri-
kant zijn gelever d of goedgekeurd.
• Overbelast de draagmand niet met een tweede kind
of voorwerpen.
• Dit product is ges chikt voor kinderen vanaf de ge-
boorte tot ongeveer 0-9 maanden.
• Dit product is alleen geschikt voor een kind dat niet
zonder hulp kan zitten of omr ollen en zich niet kan
opduwen op handen en knieën. Maximum gewicht
van het kind: 9 k g;
• Gebruik de dr aagmand nooit op passagierszittingen
met airbags.
• De draagmand mag uitsluit end op de achterbank van
de auto wor den gemonteer d, zoals beschr even in de
handleiding. Installeer hem nooit op de voorzitting.
• Gebruik de dr aagmand altijd met goed bevestigde
gordel.
• Gebruik de dr aagmand nooit z onder dat hij met de
gordel in de aut o of op de kinder wagen is bevestigd.
• Zor g ervoor dat de dr aagmand stevig kan wor den
vast gez et wanneer hij op een wandelwagen wor dt
gebruikt.
• De gesp moet altijd eenv oudig toegank elijk zijn.
• Kinderen mogen nooit met de gesp spelen.
• Het is belangrijk dat het kind bij een noodsit uatie snel
uit de draagmand kan wor den gehaald.
• Alleen geschikt als de goedgek eurde v oer tuigen zijn
uitgerust met vaste of oprolbare driepuntsgor del, die
is goedgek eurd volgens de VN/ECE voorschriften nr .
16 of andere gelijkw aardige normen.
• Het kind moet zich bij afstellingen uit de buurt van
de bewegende delen bevinden. W ees erg voorzichtig
wanneer dez e handelingen worden verricht met het
kind in de buurt.
• Berg de dr aagmand niet op in een vochtige, k oude
of erg w arme ruimte en gebruik hem ook niet in een
dergelijk e ruimte. Houd hem uit de buurt v an vuur of
warmt ebronnen.
• Draag het pr oduct nooit met de draaghandgreep op
de tweede stand, maar houd die altijd r echt overeind.
• Wij adviser en u dringend beschadigde access oires of
onderdelen te vervangen.
• Bagage of ander e voorwerpen die in geval van een
botsing letsel k unnen veroorzak en moeten goed wor-
den vast gez et.
• Neem contact op met uw dichtstbijzijnde wink elier
als u problemen heeft met of vragen o ver het gebruik.
• Dit product is alleen ges chikt voor een kind dat nog
niet zelfstandig kan zitt en.
• Niet gebruik en als er onder delen kapot of gescheur d
zijn, of ontbrek en.
• Gebruik altijd het veiligheidsbevestigingssyst eem.
• LET OP Gebruik een tuigje z odra uw kind zelfstandig
kan zitten.
A UT OST OEL T JE GR 0+
HET VEILIGHEIDSAUT OST OEL T JE VOOR KINDEREN
IN DE A UT O MONTEREN
50. Dit product kan op zittingen met driepuntsveiligheids-
gordels wor den gemonteerd, die wor den verdeeld in
een gedeelte voor de heupen en een gedeelt e voor de
schouders, z oals in Fig. 50a wordt get oond.
51. Zet het autostoeltje t egen de rijrichting in op de zit-
ting, dus met de rugleuning naar voren. De dr aag-
handgreep moet op de verticale stand zijn v ergr en-
deld, zoals in Fig. 51a wor dt getoond.
52. Laat het heupgedeelte v an de veiligheidsgordel langs
de voorkant (kant van de voet en) tussen de k uip en
de twee hak en voor de gor del lopen, zoals in Fig. 52a
wordt get oond.
53. Laat het schoudergedeelte van de veiligheidsgor del
om de autost oel lopen en haal hem door de haak aan
de achterkant, z oals in Fig. 53a wor dt getoond.
54. De bevestigingshaak houdt de veiligheidsgordel op
zijn plaats, zoals in Fig. 54a wor dt getoond.
55. Steek het gedeelte van de veiligheidsgor del in de
gesp. V erz ek er u ervan dat de veiligheidsgor del niet
ver draaid zit. T r ek hem zo str ak mogelijk aan. Contro-
leer nogmaals of de gordel door alle drie de blauwe
hak en loopt, zoals in Fig. 55a wor dt getoond.
HET A UT OST OEL T JE GEBRUIKEN
56. Maak de schouder gordel los door op de snelontgren-
delingsknop te drukk en en de schoudergor del naar u
toe t e trekk en, zoals in Fig. 56a wor dt getoond. Doe
vervolgens het t ussenbeenstu k omlaag, z oals in Fig.
57a wordt get oond.
57. V oeg de slotdelen samen en steek ze in het gordelslot
zoals in Fig. 58a wor dt getoond.
58. Span de schoudersgordels met de snelv ersteller aan
de voorkant. Het oog kan onder de rand van de bekle-
ding worden v astgezet.
59. Stel de hoogte van de s chouder gordels af . De schou-
dergor dels moeten door de gleuv en lopen die zich
op de schouders van het kind bevinden, zoals in Fig.
59a wordt get oond. T rek de schoudergor dels door de
gleuven in de k uip en de bekleding. Plaats de schou-
dergor dels op de gewenste hoogte terug en gebruik
dez elfde gleuv en in z owel de k uip als de bekleding.
Controleer of de gor dels goed bruikbaar zijn en niet
ver draaid zitt en.
60. Druk de knoppen aan beide kanten van de draag-
handgreep in en st el de handgr eep vervolgens op de
gewenste stand af . De knoppen ker en op de begin-
stand terug w anneer de handgr eep zich op de v ol-