Wordt het gas teruggenomen, dan draait het model misschien bij stationairloop om de lengte-as weg. Met het
rolroer moet dan tegengestuurd worden. Eleganter is het echter, om dit effect met een mixer te corrigeren.
MIX “K1 -> QR”, maar dan met een heel klein mixpercentage. De instellingen moeten bij rustig weer worden
uitgeprobeerd. Vaak is het voldoende, om de mixer slechts halfzijdig tussen halfgas en stationair toe te passen.
Zet daarvoor een steunpunt in het midden van de stuuruitslag.
4. Wegdraaien bij uitgedraaide rolroeren/landingskleppen
Wanneer men voor de landing de rolroeren naar boven draait, ontstaat er vaak door de verschillende uitslagen
van de rolroerservo’s of door bouw-onnauwkeurigheden een wegdraaien om de lengte-as. Het model trekt dus
vanzelf naar links of rechts. Ook dit kan makkelijk door een mixer, afhankelijk van de positie van de rolroer-
/landingskleppen worden gecompenseerd.
MIX “K1 -> QR”
De mixer moet via de externe schakelaar voor de rolroeren-/landingskleppen aan- en uitgezet worden. Hij werkt
dus alleen bij een geactiveerde rolroer-/landingskleppenfunctie. De bijbehorende waarde moet tijdens het vliegen
worden bepaald.
Samenvatting
De op deze bladzijde beschreven instellingen zijn met name voor de “expert” bedoeld, die over een volkomen
neutraal, precies vliegend F3A-kunstvluchtmodel wil beschikken.
We mogen niet verzwijgen, dat daarvoor heel veel tijd, moeite, gevoel en know-how nodig is. Experten
programmeren zelfs nog tijdens het vliegen. Dit is niet aan te raden voor een gevorderde beginner, die zich aan
een F3A-model waagt. Hij kan beter zich aan een ervaren piloot wenden en met hem stap voor stap de
beschreven instellingen doornemen, tot zijn model het gewenste neutrale vlieggedrag heeft. Dan kan hij
beginnen, om zich met een probleemloos vliegend model te wijden aan de nog steeds niet eenvoudige
kunstvluchtfiguren.