NEDERLANDS
5
Bedieningselementen
Algemeen
I● Aan/uit.
SOUND Klankinstelling
FADER (SCD 2490), BASS,
TREBLE, BALANCE.
Draaiknop voor volume.
SOURCE/ Keuze uit de programma-
AM (SCC 2400) bronnen RADIO, CD of
Cassette.
ĵŁ
Keuzetoetsen vooruit-/terugs-
poelen.
Ontgrendeling bedienings-
eenheid.
Radio-mode
RADIO/ Programmabron RADIO,
FM (SCC 2400) keuze van golflengte (FM,
AM).
Display
Display programmabronnen
(RADIO, CD) en instellingen
bijv. FM 11 FM-golflengte (1–3).
bijv.
FM 87
,
50 FM-golflengte, frequentie.
bijv.
AM AM-golflengte.
bijv.
DLF Zendernaam.
bijv.
DISC CD-functie.
bijv.
TAPE CC-functie (SCC 2400).
Symbolen en tekens
TP Ontvangst verkeersmeldingen geac-
tiveerd.
AF Alternatieve frequenties geactiveerd.
•
•
•
•
•
Geheugenplaats van de geselecteer-
de zender op de stationtoetsen »1«,
»2«, »3«, »4«, »5«, »6«.
ĵŁ
Zenderkeuze, manuele frequentie-
instelling.
TP Ontvangst verkeersmeldingen
activeren.
AF Instelling alternatieve frequenties.
1 – 6 Stationtoetsen voor het opslaan van
verschillende programmatypes en
zenders.
CD/Cassette-mode
ĵŁ
Keuze cd-titel, cd/cassette vooruit-
en terugspoelen.
ə
Eject, uitwerp van de CD/CC.
IN EEN OOGOPSLAG
___________________________________________________________________________________
B C
A