6
NEDERLANDS
In- en uitschakelen
1 In- en uitschakelen met »I●«.
Aanwijzing:
Wordt het toestel met een ingeschakeld
contact in werking gezet, dan wordt het
automatisch met het contact uit- en weer
aangezet. Voorwaarde hiervoor is dat het
contact A4 op klem 15 van het voertuig
aangesloten is (zie pagina 13).
Voorzichtig:
Wanneer de radio wordt ingeschakeld,
schuift de automatische antenne uit! Voordat
u bijv. een autowasserette inrijdt, altijd het
toestel uitzetten!
– Met FADER kunt u de volumeverdeling tus-
sen de voorste (Front) en achterste (Rear)
luidsprekergroep regelen (SCD 2490).
– BALANCE regelt de luidsprekerverhouding
tussen de luidsprekers links en rechts.
2 Nadat u de functie hebt gekozen, wordt de
instelling met de draaiknop »SOUND« uit-
gevoerd.
– Display: bassen bijv. met »08« verhogen.
3 Wanneer u de functie wilt beëindigen, moet
u net zolang op »SOUND« drukken, totdat
op het display de ingestelde zender weer
verschijnt.
Aanwijzing:
Na ca. zes seconden springt de gekozen
klankfunctie (VOLUME, BALANCE, BASS,
TREBLE, FADER) automatisch terug.
RADIO N1
BAS 08
BAL L--R
FAD F--R
Volume- en geluidsinstellingen
Volume instellen
1 Aan de draaiknop »SOUND« draaien.
– Op het display verschijnt de ingestelde
volumewaarde (schaal »00« tot »100«).
Klankinstellingen
Voor FADER, BASS, TREBLE, BALANCE geldt:
1 Functie selecteren door een keer of meerdere
keren op »SOUND« te drukken.
– Met BASS wordt de bass-instelling veran-
derd (schaal »
-10« tot »10«).
– Mit TREBLE wird die Einstellung der Höhen
verändert (Skala »
-10« tot »10«).
TRB 00
BAS 00
V0L 10
BASISFUNCTIES
______________________________________________________________________________________________