64
NEDERLANDS
Functies van de aandrijving en het vrije
relais
Geen bijzondere functies van de aandrijving
fabrieksinstelling) -
relais wordt geactiveerd samen met de ver-
lichting van de aandrijving, echter zonder te
knipperen.
Geen bijzonder functies van de aandrijving -
Relais wordt geactiveerd bij het bereiken van
de eindpositie ‘DICHT’ (DEUR-DICHT melding)
Automatische sluiting vanuit de eindpositie
‘OPEN’ na 30 sec. opentijd en 2 sec. wachttijd.
Relais continu geactiveerd tijdens de opentijd en
de wachttijd en bij het openen en sluiten van de
deur.
Automatische sluiting vanuit de eindpositie
‘OPEN’ na 30 sec. opentijd en 2 sec. wachttijd -
Relais knippert tijdens de opentijd langzaam en
tijdens de wachttijd snel; verder normaal knippe-
ren tijdens het openen en sluiten van de deur.
Wachttijd (2 sec.) continu geactiveerd -
Relais continu geactiveerd tijdens de wachttijd
en tijdens het openen en sluiten van de deur.
Wachttijd (2 sec.) continu geactiveerd -
Relais knippert snel tijdens de wachttijd;
verder normaal knipperen tijdens het openen en
sluiten van de deur.
Wachttijd (2 sec.) continu geactiveerd -
Automatische sluiting vanuit de eindpositie
‘OPEN’ na 30 sec. opentijd en 2 sec. wachttijd -
Relais continu geactiveerd tijdens de wachttijd
en tijdens het openen en sluiten van de deur.
Wachttijd (2 sec.) continu geactiveerd -
Automatische sluiting vanuit de eindpositie
‘OPEN’ na 30 sec. opentijd en 2 sec. wachttijd -
Relais knippert langzaam tijdens de opentijd en
snel tijdens de wachttijd;
verder normaal knipperen tijdens het openen en
sluiten van de deur.
Opentijd:
Wachttijd van de deur in de eindpositie ‘DEUR OPEN’. Indien er
tijdens deze tijd een impuls wordt ontvangen, wordt de opentijd
opnieuw gestart.
Wachttijd:
Tijd tussen het commando voor het openen of sluiten van de
deur en het uitvoeren van dit commando. Indien er tijdens deze
tijd opnieuw een commando wordt gegeven, wordt de wachttijd
beëindigd zonder dat de deur vervolgens wordt geopend of
gesloten.
Automatische sluiting:
Automatische sluiting na een bepaalde tijd na het bereiken van
de eindpositie ‘DEUR OPEN’.
Bij het gebruik van een automatische sluiting adviseren wij om
veiligheidsredenen dringend een foto-elektrische cel of onder-
loopbeveiliging te monteren.
Afbeelding 18
Schakelschema
Opgelet: voor de hierna volgende stappen moet
de geleideslede ingekoppeld zijn (zie afbeelding
10). Wanneer er geen afzonderlijke toegang tot
de garage voorhanden is, moeten de hierna vol-
gende punten binnenin de garage gebeuren.
Afbeelding 19
Afstandsbediening aansluiten
De leiding van de ontvanger moet als volgt worden aangesloten:
- groene ader aan klem 1 (0V)
- witte ader aan klem 2 (signaal)
- bruine ader aan klem 3 (+24V)
Afbeelding 20
Wissen van de deurgegevens
1. Stekker uit het stopcontact trekken.
2. De toets op de printkaart indrukken en ingedrukt houden.
3. Direct daarna de stekker in het stopcontact steken en de
toets de printkaart zolang ingedrukt houden als de ver-
lichting van de aandrijving knippert. Als de verlichting van
de aandrijving maar één keer knippert zijn de deurgegevens
al gewist. U kunt dan direct doorgaan met de inbedrijfstel-
ling (zie afbeelding 21).
Afbeelding 21
Inbedrijfstelling: de deurgegevens moeten gewist zijn
(zie afbeelding 20).
1. Stekker indien nodig in het stopcontact steken.
2. Handzender, toets op de printkaart of externe impulstoets
indrukken om de deur te openen tot aan de mechanische
aanslag. Vergewis U ervan dat de mechanische aanslag
volledig bereikt werd, zo niet met de potentiometer "OPEN"
een hogere maximumkracht instellen. Stekker uit het stop-
contact halen en een nieuwe inbedrijfstelling doorvoeren.
Staat de deur in de eindpositie "DEUR OPEN", de hand-
zender of de printplaattoets opnieuw bedienen om de deur
in de eindpositie "DEUR DICHT" te brengen (leermodus
"DICHT"). Na het bereiken van de eindpositie "DEUR DICHT"
volgt automatisch een volledige deuropening.
3. Minstens drie opeenvolgende deurbedieningen door-
voeren. Let erop dat de deur ook helemaal gesloten
wordt. Zo niet met de potentiometer "DICHT" een
hogere maximumkracht instellen, deurgegevens uit-
wissen en een nieuwe inbedrijfstelling doorvoeren!
Daarna is de installatie bedrijfsklaar.