Is er geen maximale polsslag onder de actieve persoon voorhanden, wordt een standaard per-
soon van 50 jaar met maximale polsslag van 170 = 100% gebruikt.
Zo kan een wijziging van het programma eruit zien.
De gewijzigde individuele programma’s en profielen worden onder de betreffende gebruiker op-
geslagen en overschrijven niet de programma’s en profielen van ander gebruikers.
Hoofdmenu
Programmeringen
In dit menu bevinden zich 3 submenu’s:
1. Weergave & functies
Hier bepaalt u uw vermogenwaardes, snelheid en hoe het energieverbruik weergegeven wordt.
2. Trainingswaardes
Hier legt u de waardes voor energieverbruik, trainingstijd en trainingsafstand vast, die bij pro-
grammeringen als waardes opgeslagen worden.
3. Polsslagprogrammeringen
Hier geeft u aan hoe uw polsslag bewaakt en welke waarde in acht genomen dient te worden.
Aanwijzing:
Aanwijzing:
Programmeringen > weergaves & functies
• Bij “maximaal vermogen” laat u staan of begrenst u het maximale vermogen van het ap-
paraat. Het vermogen wordt niet meer boven deze grens toegelaten. De %-weergave in het ver-
mogenveld toont de actuele verhouding t.o.v. het ingestelde maximale vermogen.
• Bij “HRC – startvermogen” geeft u het beginvermogen van 25 – 100 Watt in polsslagge-
stuurde programma’s aan, indien u de voorgeprogrammeerde waarde van 25 Watt te laag
vindt.
• Bij “warm up / cool down vermogen” voert u een doelvermogen van 25 – 100 Watt in,
die in de programma’s count up/count down een automatische vermogenverhoging (opwarmen)
of vermogenvermindering (cooldown) activeert.
• Bij “warm up / cool down duur” bepaalt u de duur van de warm up / dool down functie
van 60 – 240 seconden.
Trainings- en bedieningshandleiding
18
NL