TIME / trainen met tijdprogrammering
Als de loopband zich in de POWER AAN-modus bevindt, drukt
u op de TIME-toets, kies vervolgens de GEBRUIKER en
programmeer de GEBRUIKERGEGEVENS. In het TIJD-veld
verschijnt een knipperend “30:00”. Druk op de
HELLINGSHOEK (+)(-) toetsen om de voor u optimale
trainingstijd in te stellen. Druk ter bevestiging op ENTER en
vervolgens op START om de training te beginnen. Het TIJD-
veld telt vanaf de geprogrammeerde waarde terug, terwijl de
andere velden optellen, totdat de loopband stopt. De loopband
begint met een snelheid van 2,0 m/h / 3,2 km/h. Druk op de
SNELHEID (+)(-) toetsen om de snelheid te wijzigen. Druk op
de HELLINGSHOEK (+)(-) toetsen om de hellingshoek te
verhogen.
DISTANCE / trainen met afstandprogrammering
Als de loopband zich in de POWER AAN-modus bevindt, drukt
u op de DISTANCE-toets, kies vervolgens de GEBRUIKER en
programmeer de GEBRUIKERGEGEVENS. In het AFSTAND-
veld verschijnt een knipperend “00.0”. Druk op de
HELLINGSHOEK (+)(-) toetsen om de voor u optimale
trainingsafstand in te stellen. Druk ter bevestiging op ENTER
en vervolgens op START om de training te beginnen. Het
AFSTAND-veld telt vanaf de geprogrammeerde waarde terug,
terwijl de andere velden optellen, totdat de loopband stopt. De
loopband begint met een snelheid van 2,0 m/h / 3,2 km/h.
Druk op de SNELHEID (+)(-) toetsen om de snelheid te
wijzigen. Druk op de HELLINGSHOEK (+)(-) toetsen om de
hellingshoek te verhogen.
CALORIES / trainen met calorieënprogrammering
Als de loopband zich in de POWER AAN-modus bevindt, drukt
u op de CALORIES-toets, kies vervolgens de GEBRUIKER en
programmeer de GEBRUIKERGEGEVENS. In het
CALORIEËN-veld verschijnt een knipperend “0”. Druk op de
HELLINGSHOEK (+)(-) toetsen om de voor u optimale
calorieënverbruik tijdens te training in te stellen. Druk ter
bevestiging op ENTER en vervolgens op START om de
training te beginnen. Het CALORIEËN-veld telt vanaf de
geprogrammeerde waarde terug, terwijl de andere velden
optellen, totdat de loopband stopt. De loopband begint met
een snelheid van 2,0 m/h / 3,2 km/h. Druk op de SNELHEID
(+)(-) toetsen om de snelheid te wijzigen. Druk op de
HELLINGSHOEK (+)(-) toetsen om de hellingshoek te
verhogen.
HEART RATE CONTROL / trainen met
polsslagprogrammering
Voordat u dit programma gebruikt a.u.b. de borstgordel
omdoen.
Als de loopband zich in de POWER AAN-modus bevindt, drukt
u op de HEART RATE CONTROL-toets. Nadat de instelling
van de gebruikergegevens heeft plaatsgevonden, verschijnt in
het TIJD-veld knipperend de door de fabrikant
geprogrammeerde trainingstijd: “60:00””. Druk op de
HELLINGSHOEK (+)(-) toetsen om de trainingstijd aan te
passen en druk op de STOP/ENTER-toets om de instelling te
bevestigen. Met de START-toets begint u dan een 3 minuten
durend OPWARM- programma. De snelheid begint met 2,0
m/h / 3,2 km/h en de hellingshoek begint bij 0. Tijdens het
programma verschijnt in het POLSSLAGVELD een
knipperende “P”, als de polsslagmeter géén polsslag kan
registreren. De computer meet elke 30 seconden de polsslag
van de gebruiker. Tijdens het opwarmprogramma kunt u voor
een pauze of voor het stoppen van het programma op de
STOP/ENTER-toets drukken of op de START-toets om het
programma opnieuw te starten. Tijdens de opwarming kunt u
géén andere dan de zojuist genoemde toetsen gebruiken.