29
GEBRUIK
INSCHAKELEN
Schakel eerst het apparaat in. De aan/uit schakelaar van de
loopband bevindt zich naast de netkabel aan de voorzijde
onder de motorbekleding. Duw de schakelaar in de “AAN”
positie.
VEILIGHEIDSSLEUTEL
Controleer voor elke training het functioneren van de veilig-
heidssleutel. Plaats de veiligheidssleutel in de veiligheidsschake-
laar en bevestig de kabel aan uw kleding. Is de veiligheidssleu-
tel niet geplaatst, wordt er “SAFETY KEY” op de display weerge-
geven.
OPSTAPPEN OP DE LOOPBAND EN AFSTAPPEN VAN
DE LOOPBAND
Wees voorzichtig als u op de loopband stapt of van de loopband
afstapt. Probeer de greepstangen te gebruiken als u op- of afstapt.
Ga niet op de loopband staan, als u het gebruik van de loopband
voorbereidt. Spreid uw voeten en plaats ze op de beide zijplatfor-
men naast het loopvlak. Plaats uw voeten pas op het loopvlak als
deze met een constante snelheid begint te bewegen. Stap voor uw
eigen veiligheid pas op het loopvlak als deze met een snelheid van
hoogstens 2 km/h beweegt.
Houd uw lichaam en uw hoofd tijdens de training altijd naar voren
gericht. Probeer nooit u op de loopband om te draaien terwijl
deze nog in beweging is. Stop de loopband na de training door
indrukken van de STOP toets. Wacht totdat de band volledig stil-
staat, voordat u probeert van het loopvlak af te stappen.
Als u zich bij een bepaalde snelheid niet op uw gemak voelt, en
niet zeker weet hoe u de loopband moet stoppen, houd u dan
aan de greepstangen vast, neem uw voeten van het loopvlak en
zet ze op de zijplatformen naast het loopvlak. De Zijplatformen
zijn een geschikte plek om uit te rusten eer u de training hervat.
Denk er steeds aan om voor uw eigen veiligheid en comfort met
een lage snelheid te beginnen.
TRAININGSPROGRAMMA’S
MANUELE PROGRAMMA
Nadat het apparaat ingeschakeld is en de veiligheidssleutel
geplaatst, eenvoudigweg op de START toets drukken. De loop-
band wordt na 3 seconden met 0,8 km/h gestart. U kunt de
snelheid of de hellingshoek tijdens de training te allen tijde ver-
hogen / verlagen. Om de training te beëindigen drukt u gewo-
on op de STOP toets om de loopband te stoppen. Bij een
manuele start van de training wordt de tijd in het veld TARGET
teruggeteld. Het manuele programma is een 30-minuten-training.
Het trainingsprogramma kan aan het einde opgeslagen worden.
1.Schakel het apparaat in.
2.Plaats de veiligheidssleutel in de loopband en bevestig de clip
aan uw kleding.
3.Druk op de START toets om de training te starten.
4.Aan het einde van de training kunt u het afgelopen pro-
gramma opslaan (toets USER) of met de HOME toets afbreken.
5.Kies een PERSON (1-5) (◄/►)
6.Het opslaan van de gegevens kunt u door indrukken van de
USER toets bevestigen.
PROGRAMMAKEUZE
De gebruiker heeft de mogelijkheid tussen ALLROUND of PRO-
FESSIONAL programma’s te kiezen.
Het programma ALLROUND heeft de volgende subprogramma’s:
1. User program : 5 gebruiker programma’s
2. Fat Burner : 4 voorprogrammeringen (2 helling,
2 snelheid)
3. Distance program : 4 voorprogrammeringen (4 helling)
4. HRC Incline : 4 HRC voorprogrammeringen (4
polsslagprofielen)
5. Fitnesstest 1
Het programma PROFESSIONAL heeft de volgende subprogramma’s:
1. RACE program : wedstrijd met 5 opgeslagen programma’s
(User programma in ALLROUND keuze).
2. Interval program : 4 voorprogrammeringen (2 helling,
2 snelheid)
3. Hill program : 4 voorprogrammeringen (2 helling,
2 snelheid)
4. HRC Speed/Incline : 4 HRC voorprogrammeringen (4
polsslagprofielen)
5. Fitnesstest 2
Na de keuze van een programma kan de gebruiker programme-
ringen ingeven. De geprogrammeerde waarde knippert en toont
dat u of de knipperende waarde kunt bevestigen of de waarde
kunt wijzigen. Zodra u een waarde ingeeft en bevestigd heeft,
kunt u met de training op de loopband beginnen.
USER PROGRAMMA
De gebruiker heeft de mogelijkheid zijn opgeslagen programma
opnieuw te trainen en opnieuw op te slaan. Voor het opslaan
dient het trainingsprogramma compleet doorlopen te zijn.
U kunt onder ALLROUND in het USER programma tussen per-
soon 1-5 kiezen.
1. Schakel het apparaat in.
2. Plaats de veiligheidssleutel in de loopband en bevestig de clip aan
uw kleding.
3. Het User programma kunt u onder ALLROUND kiezen.
4. Een PERSON (1-5) kan gekozen worden (◄/►). Druk op de
ENTER toets om te bevestigen.
5. GEWICHTSEINGABE bevestigen (Enter) of wijzigen (▲/▼).
6. ALTERSEINGABE bevestigen (Enter) of wijzigen (▲/▼).
7. START toets indrukken om met de training te beginnen.
8. Aan het einde kunt u het afgelopen programma opslaan (toets
USER) of met de HOME toets afbreken.
9. PERSON 1-5 kiezen (NAME)
10. Het opslaan kunt u door indrukken van de USER toets bevestigen.
FAT BURNER
Een looptraining met het zwaartepunt bij gewichtsreductie (vetverb-
randing). Bij dit programma wordt door tijdprogrammering de hel-
lingshoek of de snelheid automatisch geregeld.
U kunt onder ALLROUND in het Fat Burner programma tussen vier
voorgeprogrammeerde profielen (twee hellingshoekprofielen en
twee snelheidprofielen) kiezen. U kunt de snelheid of de hellings-
hoek tijdens de training te allen tijde verhogen / verlagen. De
voorgeprogrammeerde tijd wordt in het veld TARGET teruggeteld.
1. Schakel het apparaat in.
2. Plaats de veiligheidssleutel in de loopband en bevestig de
clip aan uw kleding.
3. Het FAT BURNER programma kunt u onder ALLROUND kiezen.
4. GEWICHTSEINGABE bevestigen (Enter) of wijzigen (▲/▼).
5. ALTERSEINGABE bevestigen (Enter) of wijzigen (▲/▼).
6. ZEITEINGABE bevestigen (Enter) of wijzigen (▲/▼).
7. Een profiel kiezen (▲/▼) en met Enter bevestigen.
8. MAX SPEED of MAX STEIGUNG bevestigen (Enter) of wijzi-
gen (▲/▼).
9. START toets indrukken om met de training te beginnen.
10. De training kan te allen tijde met de STOP toets onderbro-
ken worden, een hervatting van de training is binnen 3 minuten
mogelijk.
11. Aan het einde kunt u het afgelopen programma opslaan
(toets USER) of met de HOME toets afbreken.
Trainings- en bedieningshandleiding
NL
FAT BURNER: SPEEDPROFIL 1