25
HEUVEL
De door Life Fitness gepatenteerde HEUVEL-training biedt diverse configuraties voor intervaltraining. Intervallen zijn perioden van
intensieve cardiovasculaire training afgewisseld door regelmatige perioden met minder intensieve training. Op het scherm KLASSIEK
PROFIEL worden deze hoge en lage intervallen weergegeven als kolommen van lichtjes, die er samen uitzien als heuvels en dalen.
Het is wetenschappelijk aangetoond dat de computergestuurde intervaltraining tot grotere cardiorespiratoire vooruitgang leidt dan
training op een vast tempo.
De HEUVEL-training doorloopt vier fasen, die elk een ander intensiteitsniveau hebben. Op het scherm KLASSIEK PROFIEL wordt
de voortgang van deze fasen weergegeven. Zoals blijkt uit de onderstaande beschrijvingen moet de hartslag tijdens twee stadia in de
training worden gemeten om de doeltreffendheid te kunnen beoordelen. Draag de hartslagborstband of houd de Lifepulse-handgrepen
continu vast. In het Berichtencentrum wordt geen verzoek om een hartslagmeting weergegeven, wat wel het geval is bij CARDIO,
VETVERBRANDING en de HEART RATE ZONE TRAINING-programma’s.
1 Opwarming is een fase van lage, geleidelijk toenemende weerstand, waarin de hartslag tot de ondergrens van de streefzone
komt en de ademhaling en bloedtoevoer naar werkende spieren toenemen.
2 Plateau vergroot de intensiteit iets en houdt deze constant zodat de hartslag tot de ondergrens van de streefzone komt.
Controleer de hartslag aan het einde van deze fase.
3 Intervaltraining is een serie steeds steilere heuvels, afgewisseld door dalen om op adem te komen. De hartslag moet toenemen
tot de bovengrens van de streefzone. Controleer de hartslag aan het einde van deze fase.
4 Afkoeling is een minder intensieve fase waarin het lichaam kan beginnen met de afvoer van melkzuur en andere bijproducten
van training, die zich in de spieren ophopen en mede oorzaak van spierpijn zijn.
Elke kolom die u in het SCHERM KLASSIEK PROFIEL en de bovenstaande tabel ziet, staat voor één interval. De totale duur van
de training bepaalt de lengte van elk interval. Elke training bestaat uit 20 intervallen, dus de duur van elk interval is gelijk aan de duur
van de gehele training gedeeld door 20.
1 tot 9 minuten: Een training die minder dan 10 minuten duurt, is te kort voor het HEUVEL-programma om alle vier fasen goed
te kunnen voltooien. Bij een dergelijke training comprimeert het programma dus diverse stadia.
10 tot 19 minuten: De duur van de intervallen is aanvankelijk op 30 seconden ingesteld voor een training van 10 minuten. Voor
elke minuut boven de 10 neemt elk interval met drie seconden toe. Een training van 15 minuten bestaat uit 20 intervallen van elk
45 seconden.
20 tot 99 minuten: Alle intervallen duren 60 seconden. Als de gebruiker minuten toevoegt aan de vooraf ingestelde duur terwijl
de training aan de gang is, voegt het programma heuvels en dalen toe die identiek zijn aan de eerste acht intervallen van
de intervaltrainingsfase. Dit patroon wordt herhaald totdat de training voltooid is.
HARTSLAG + TRAININGEN
Bij training voor VETVERBRANDING moet de hartslag van de gebruiker op 65 procent van het theoretische maximum
†
blijven. Bij
deze training draagt de gebruiker een Polar -artslagborstband, of pakt de gebruiker de Lifepulse-sensors vast. Als de gebruiker
geen borstband draagt en de sensors niet vasthoudt, staat op het scherm TRAININGSPROFIEL een hartje en op het display een
prompt om de sensors vast te pakken. Het bedieningspaneel meet voortdurend de hartslag en geeft deze weer en het
intensiteitsniveau van de Cross-Trainer wordt automatisch bijgesteld om de streefwaarde* te bereiken en te handhaven. Deze training
gebruikt de vetvoorraad en koolhydraten in het lichaam als brandstofbron. Een groot percentage van de totaal verbruikte energie is
van vet afkomstig.
†
Dit stemt volgens de “Guidelines for Exercise Testing and Prescription” (richtlijnen voor het testen en voorschrijven van training) van het American College
of Sports Medicine overeen met 220 min uw leeftijd.
*
De streefhartslag (SHS) is een percentage van het theoretisch maximum. Bijvoorbeeld: de SHS van een 40-jarige voor de VETVERBRANDING training is 117. De streefhartslag
van deze training is 65 procent van het maximum, dus (220 – 40) x 0,65 = 117.